leestijd:

Benodigdheden: geen

Een lastig spel, maar als de leerlingen het eenmaal begrijpen is het erg leuk om te spelen! Spreek met de leerlingen een aantal commando’s af. Geef een paar voorbeelden (begin niet met alles tegelijk):

  • Commando trippelen = met wijsvingers ‘trippelen’ op randje van hun tafel;
  • Commando bol = twee handen op tafel met alleen de vingers (“bol”);
  • Commando hol = twee handen omgekeerd op tafel in ‘holle’ houding (omgekeerde van bol dus);
  • Commando plat = twee handen plat op tafel;
  • Je kunt later nog altijd commando’s als ‘staan’, ‘zitten’, ‘hoog’ en ‘laag’ toevoegen.

De regel: De leerlingen mogen het commando alleen uitvoeren wanneer de docent voorafgaand aan het commando het woord ‘commando’ heeft gebruikt. Bij commando ’trippelen’, gaan alle leerlingen dus trippelen. Als de docent vervolgens zegt: “…..en PLAT”, dan zijn leerlingen die de handen plat op tafel leggen ‘af’ (er is immers geen commando voorgezegd). Snelheid kan worden opgevoerd naarmate kinderen het spel beter volgen.

sluiten