leestijd:

Benodigdheden: geen

De leerkracht kiest vijf leerlingen (afhankelijk van leeftijd kinderen) uit die voor de klas moeten staan; één leerling wordt de gang op gestuurd en de leerlingen voor de klas gaan in een andere volgorde staan (bijv. leerling nr.1 en nr. 5 wisselen van plaats ;maak het niet te moeilijk). De leerling die op de gang heeft gestaan, moet vervolgens raden wat er in de volgorde is veranderd. Om meer kinderen bij het spel te betrekken, kun je afspreken dat alle leerlingen de ogen dicht doen, terwijl de volgorde veranderd wordt. Deze kinderen kunnen dan allemaal mee raden (hand omhoog) wat er veranderd is.

Aanvulling voor peuters en groep 1-2

Kies één peuter en geef die een duidelijk zichtbare verandering zoals een kralenketting een sjaal o.i.d. Ogen dichtdoen is voor peuters moeilijk. Breng de verandering aan bij een kind bv. achter een deur.

Bij kleuters kunt u drie kinderen voor de groep van plaats laten wisselen, maar ook iets veranderen aan de kleding of door accessoires bv. riemen, haarbanden enz. onderling te verwisselen. U kunt het spel verder uitbreiden door het aantal kinderen of het aantal veranderingen uit te breiden.

sluiten