Benodigdheden: geen
De leerkracht start het spel door in het oor van een leerling een zin in te fluisteren. De leerling geeft deze zin (wederom fluisterend) door aan de volgende leerling. Zo gaat het door totdat de zin de hele klas is doorgeweest. Is de zin aan het einde van de ronde nog exact hetzelfde als tijdens de start van dit spel.
Aanvulling voor peuters en groep 1-2
Begin bij peuters met één woord door te fluisteren. Daarna kunt u er een korte zin van maken. Voor kleuters kunt u een korte zin uit de dagelijkse werkelijkheid doorfluisteren of een zin die te maken heeft met het thema waar u mee bezig bent.