Benodigdheden: geen
Variant 1: De leerkracht zegt 1, en wijst een kind aan dat verder telt (om beurten op rijtje af). De 7, en veelvouden daarvan mogen niet genoemd worden maar moeten worden vervangen door “juf”. De telrij wordt dan dus 1, 2, 3, 4, 5, 6, juf, 8, 9, 10, 11, 12, 13, juf, 15, 16, juf, etc. Probeer zo hoog mogelijk te komen (let op bij 26, juf, juf, 29…). Als iemand te lang wacht, onterecht juf zegt of het verkeerde getal noemt, moet er weer bij 1 begonnen worden. Deze leerling die de fout maakt is dan een rondje af. Probeer het tempo hoog te houden.
Variant 2: Maak twee groepen. De eerste groep speelt “juffen”, zoals boven beschreven. Zodra er een fout gemaakt wordt, moet de andere groep, geluidloos, de handen voor de mond slaan. Klopt hun constatering van de fout, dan zijn zij aan de beurt. De sport is natuurlijk om hoger te komen dan de andere groep. Je kunt eventueel ook iets afspreken voor als er onterecht een fout geconstateerd wordt.
Met dank aan: Annelies Kingma.