leestijd:

Benodigdheden: geen.

De leerkracht verdeelt de klas in groepjes van vier of vijf leerlingen. Vervolgens noemt de leerkracht een getal tussen de vijf en de twintig (afhankelijk van het niveau van de leerlingen). De leerlingen moeten in hun groepje nu zonder te praten, steeds op hetzelfde moment, een aantal vingers naar elkaar opsteken. Deze opgestoken vingers moeten samen het door de leerkracht genoemde getal vormen. Is dit niet precies goed, dan nemen alle leerlingen hun vingers terug en proberen het opnieuw (zonder te praten!). Dit net zo lang tot er precies het genoemde getal gemaakt is. Leerlingen moeten steeds elkaars vingers tellen om te kijken of het genoemde getal behaald is.

Aanvulling voor (peuters) groep 1-2

Speel dit spel met de oudste kleuteres. Laat ze wel samen overleggen, hoe ze samen aan het gegeven aantal moeten komen.

sluiten