
Onlangs bracht Onderwijs Maak Je Samen Boekie de boekenverslinder uit, 45 lesideeën in het kader van leesbeleving en boekpromotie voor groep 3-8. Boekie heeft inmiddels al veel enthousiaste lezers bereikt en voor veel leesplezier gezorgd. Iets wat niet altijd vanzelfsprekend is. Met name bij de wat oudere leerlingen (leerlingen in de bovenbouw en het voortgezet onderwijs) ligt een uitdaging om het leesplezier (weer) aan te wakkeren.
Leescompetentie en leesmotivatie in de bovenbouw en VO
Stichting Lezen en SLO, nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, hebben de handen ineengeslagen om de belangrijkste informatie over leescompetentie en leesmotivatie op het vmbo op Lezeninhetvmbo.nl bijeen te brengen. Het uitgangspunt daarbij is dat vmbo-leerlingen plezier beleven aan lezen en uitgroeien tot competente lezers. Voor veel vmbo-leerlingen is dat geen vanzelfsprekendheid, terwijl het belang van goed lezen in onze geletterde samenleving evident is. Op de website wordt praktische aan-de-slag-informatie aangeboden gekoppeld aan recent lees- en taalonderzoek gericht op het vmbo.
Bron: www.lezeninhetvmbo.nl
Vanuit verschillende onderzoeken worden negen succesfactoren genoemd voor het effectief vormgeven van lees- en taalonderwijs op het VMBO. Succesfactoren die ook van toepassing zijn voor het stimuleren van lezen en leesprestaties van leerlingen op andere niveaus op het VO en in de bovenbouw van het PO.
De ideeën en activiteiten uit ‘Boekie, de boekenverslinder’ kunnen eenvoudig afgestemd worden op de oudere leerling. We doen, gekoppeld aan de negen succesfactoren, hiervoor een aantal suggesties.
We zijn bezig met een eerste brainstorm om een variant van ‘Boekie’ te maken voor het VO.
Ben jij geïnteresseerd en wil je hierin met ons meedenken? Scroll dan naar het einde van dit artikel en denk met ons mee!

SUCCESFACTOR 1: TAALBELEID
Plan
Voor het geven van effectief taal- en leesonderwijs is een goed doordacht en schoolbreed gedragen taalbeleid belangrijk. De taalcoördinator kan, in samenwerking met een taalbeleidsgroep, een taalbeleidsplan opstellen waarin aandacht is voor leesbevordering, vrij lezen, verbetering van de leesvaardigheid, samenwerking met andere partijen, het budget en de rol- en taakverdeling binnen het schoolteam. Het taalbeleidsplan wordt jaarlijks/tweejaarlijks geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. (o.a.DUO Onderwijsonderzoek, 2017; ITTA & Stichting Lezen, 2014)
Stimulerende directie
De directie kan initiatieven op het gebied van taal- en leesonderwijs stimuleren en ondersteunen, onder andere door het toegankelijk maken van succesvolle aanpakken en hulpmiddelen. Dit kan bijdragen aan een actieve leescultuur onder leerlingen zowel op school als thuis (o.a. Jansma, Ekens & Van Der Laan, 2017).
Professionalisering
Het is belangrijk dat er op school deskundigheid aanwezig is of ingehuurd wordt op het gebied van effectief leesonderwijs en lezen in de vrije tijd. Deskundigheid op school kan bevorderd worden door bij- en nascholing van zowel docenten Nederlands als docenten van andere vakken. (o.a. ITTA & Stichting Lezen, 2014)
SUCCESFACTOR 2: DOCENT-/LERAARGEDRAG
De docent* als rolmodel
De docenten Nederlands en de docenten van de andere vakken zijn een voorbeeld voor leerlingen. Zij stralen enthousiasme uit voor lezen en lezen zelf boeken, zowel thuis als in het bijzijn van de leerlingen (o.a. Smits & Van Koeven, z.d.).
*waar docent genoemd wordt, kan in dit artikel ook leraar basisonderwijs gelezen worden.
Lesidee van Boekie

Lees hardop een stuk voor uit een boek, tekst, nieuwsartikel wat jou als docent raakt, aan het denken zet, boeit. Dit kan gerelateerd zijn aan een vakgebied, maar dat hoeft niet.
Denk na het voorlezen hardop na vanuit het perspectief van een betrokkene / personage uit de voorgelezen tekst. Nodig leerlingen vervolgens uit om hun perspectief / mening op de betreffende kwestie met elkaar te delen en deel vervolgens de standpunten met elkaar. Ga in de tekst met elkaar op zoek naar antwoorden op vragen die boven komen drijven in het gesprek of geef leerlingen de opdracht om hierover informatie op te gaan zoeken, om daarmee hun standpunt verder kracht bij te zetten. Een tweede vervolgles zou vervolgens een debat kunnen zijn, waarin de kwesties vanuit de nader onderzochte standpunten verder met elkaar worden uitgediept.
(dit lesidee is geïnspireerd op kaart 44 uit Boekie: ‘Bekijk het eens van de andere kant’)
SUCCESFACTOR 3: IN DE LESSEN NEDERLANDS/TAAL
Lezen in combinatie met andere vaardigheden
De docent Nederlands biedt instructie en oefening in leesvaardigheden niet geïsoleerd maar in samenhang met de andere taaldomeinen aan. Bijvoorbeeld schrijven of gesprekken voeren (o.a. De Milliano, 2013; Jansma, Ekens & Van Der Laan, 2017).
Lesidee van Boekie

Vragen stellen aan Michiel de Ruyter, weten welke afwegingen er gemaakt zijn bij het maken van de Afsluitdijk of willen weten waarom Philips gestopt is met het maken van de gloeilampen? Laat het je leerlingen eens formuleren in ‘Een brief aan……’
In een (formele) brief maken leerlingen hun vragen duidelijk aan de lezer en kunnen zij eventueel hun argumenten of alternatieve oplossingen aandragen voor een kwestie. Na een reflectie/redigeerronde en herschrijfronde kan een tweede lessenserie eruit bestaan dat (evt. geanonimiseerd) de brieven verdeeld worden onder de klasgenoten. De leerlingen moeten dan hun antwoord in een retourbrief opstellen, die vervolgens bij de schrijver van hun brief weer terugkomt. Als docent/leraar houd je hierin de regie.
(dit lesidee is geïnspireerd op kaart 19 uit Boekie: ‘een brief aan……’)
Woordenschat en begrijpend lezen
De docent Nederlands besteedt aandacht aan moeilijke woorden, schooltaalwoorden en kernbegrippen in een betekenisvolle context. Er wordt zoveel mogelijk met authentieke taalopdrachten gewerkt die ontleend zijn aan de andere vakken. Bijvoorbeeld door het één keer per maand aanbieden van een studietekst uit een ander vak. (o.a. Van Silfhout, 2014).
Lesidee van Boekie

Zoek 5 moeilijke woorden op uit de tekst die door jou gelezen is. Noteer bij elk woord:
- welk stuk in het woord herken je al?
- wat denk je dat het woord betekent?
- kun je een zin maken met het woord?
- aan welke andere woorden denk je bij dit woord?
Vergelijk jouw woorden en uitwerkingen met een medeleerling? Lukt het om samen tot nog betere woordherkenning en woordbetekenissen te komen?
(dit lesidee is geïnspireerd op kaart 8 uit Boekie: ‘Woordenboek’)
Gebruik van teksten
De docent Nederlands biedt een gevarieerd aanbod van teksten (zowel fictie als non-fictie) die een rijke inhoud hebben, van een goede taalkwaliteit zijn en passen bij het niveau van de leerlingen. Leerlingen verwerken deze teksten op verschillende en voor de leerlingen betekenisvolle manieren. Bijvoorbeeld middels een interview, flyer, presentatie, ingezonden reactie of vlog. (o.a. Broekhof, 2015; De Milliano, 2013).
Lesidee van Boekie

Laat leerlingen de inhoud van een hoofdstuk aardrijkskunde of geschiedenis of een item uit de biologie eens verwerken middels een stop-motionfilm of met behulp van een green-screen.
Welke groep leerlingen weet de inhoud van het hoofdstuk / item zo duidelijk mogelijk over te brengen aan de rest van de klas?
(dit lesidee is geïnspireerd op kaart 33 uit Boekie: ‘Stop-motion’)
Interactie en feedback
Creëer voldoende interactie tussen leerlingen onderling en tussen leerling en docent om stimulatie van lezen en schrijven en voorbeeldgedrag te waarborgen. Stimuleer het stellen van open, vakinhoudelijke vragen bij teksten door leerlingen en bevorder dat leerlingen elkaar vragen stellen en daarbij de vakbegrippen gebruiken. (o.a. Hajer, Van Der Laan & Meestringa, 2010).
Lesidee van Boekie

Laat leerlingen een tekst lezen. Zorg vervolgens voor een aantal stellingen die betrekking hebben op de inhoud van de tekst en hang deze op in de ruimte. Verdeel de leerlingen in groepjes en start de wandeling langs de stellingen. Met je groepje start je het gesprek en noteer je voors en tegens bij de betreffende stelling. Op aangeven van de docent / leraar lopen de groepjes door naar een volgende stelling. In een gesprek met de gehele klas kan na afloop geïnventariseerd worden welke stelling het meeste discussie opriep in de groepjes en om welke reden. Interessant is het om in een vervolgactiviteit onderbouwingen / argumenten voor de voors en tegens te laten opzoeken door de groepjes. Hiervoor kan dezelfde tekst of andere teksten en verhalen gebruikt worden.
(dit lesidee is geïnspireerd op kaart 38 uit Boekie: ‘Kletspraat’)
SUCCESFACTOR 4: WERKVORMEN EN ACTIVITEITEN
Vrij lezen
Leerlingen die regelmatig een boek of tijdschrift lezen krijgen een grotere woordenschat, kunnen beter technisch lezen en hebben een groter leesbegrip. De school realiseert dit door minimaal drie keer per week 20 minuten tijd in te roosteren voor vrij lezen (o.a. Cornelissen, 2016).
Leesbevorderende lessen
De docent Nederlands stimuleert lezen door het inzetten van authentieke opdrachten en werkvormen als boekintroductie en voorlezen, waarbij er geregeld momenten zijn van samenwerkend/coöperatief leren. Daarnaast voert de docent Nederlands klassikale leesgesprekken waarbij er aandacht besteed wordt aan de verschillende dimensies van literaire competentie: het kunnen communiceren met en over literatuur (o.a. Cornelissen, 2016; Van Tuijl & Gijsel, 2015).
Tip: Gebruik hiervoor het vragenspel van Aiden Chambers waarin 4 dimensies van vragentypen uitgewerkt zijn om met elkaar in gesprek te gaan over een tekst / verhaal / gedicht.
Leesbevordering op school
De school doet mee aan verschillende (landelijke) leesbevorderingsprojecten en leescampagnes. Daarnaast organiseert de school minimaal één keer per jaar een schrijversbezoek (o.a. Aartsma, 2018; ITTA & Stichting Lezen, 2014).
Tip: Ben je op zoek naar boeken passend bij een onderwerp of project of zoek je boekrecensies en lestips voor het lezen? Neem dan eens een kijkje op www.leesbevorderingindeklas.nl.
Keuze in teksten
De docenten Nederlands dienen het leesbegrip van leerlingen te stimuleren door gebruik te maken van veel verschillende soorten teksten. Leerlingen krijgen regelmatig de kans zelf hun boeken en teksten te kiezen. (o.a. Van Steensel et al., 2017)
Ben je benieuwd of jij voldoende varieert in het aanbod van type teksten?
Bekijk in dit overzicht de verschillende tekstsoorten, fictie en non-fictie.
SUCCESFACTOR 5: BOEKENCOLLECTIE
Aantal
De boekencollectie op school dient ongeveer vijf boeken per leerling te bevatten. Van bepaalde boeken in de collectie dienen zoveel exemplaren aanwezig te zijn dat ze door alle leerlingen tegelijkertijd gelezen kunnen worden (o.a. Cornelissen, 2016).
Lesidee van Boekie

Organiseer eens een speeddate in de klas. Plaats leerlingen tegenover elkaar in 2 rijen en laat ze in 2 minuten tijd vertellen over het laatste boek wat ze hebben gelezen of aan het lezen zijn.
Na 2 minuten noteren de leerlingen voor zichzelf een korte samenvatting en geven ze het boek een waarde (bijvoorbeeld 1 t/m 10). Vervolgens schuift één rij het aantal plaatsen door en start de speeddate opnieuw. Het lijkt voor de hand te liggen om te speeddaten met leesboeken, maar minstens zo interessante uitwisselingen krijg je bij het speeddaten met gedichten, informatieboeken, websites, nieuwsberichten. Probeer het maar eens!
(dit lesidee is geïnspireerd op kaart 35 uit Boekie: ‘Vragenhapper’)
Kwaliteit
De school moet bij het samenstellen van de boekencollectie kiezen voor boeken van een bepaalde kwaliteit. Het is dan ook belangrijk dat er binnen het schoolteam deskundigheid aanwezig is om een goede boekencollectie samen te stellen. Mocht deze deskundigheid niet aanwezig zijn op school dient deze ingehuurd te worden bijvoorbeeld een educatief medewerker van de openbare bibliotheek (o.a. Duo Onderwijsonderzoek, 2017).
Aanbod
De boekencollectie op school en in de klas dient gevarieerd te zijn (verhalen- en gedichtenbundels, (digitale) boeken, teksten uit tijdschriften, lesmethoden en teksten van internet etc.). Het bestaat uit een actueel aanbod van fictie en non-fictie dat aansluit bij de leef- belevingswereld van leerlingen. Leerlingen hebben bij het samenstellen van de boekencollectie een rol in het meedenken en meebeslissen over de aanschaf van nieuwe boeken (o.a. Smits & Van Koeven, z.d.).
Tip:
Heb je al een zwerfboekenkast op school staan? Zorg voor een startaanbod van boeken in een kast/op een plank op een plek waar veel leerlingen langs komen. De boeken mogen gratis geleend worden, maar er moet wel weer een boek hiervoor in de plaats worden teruggezet. Verras leerlingen ook eens met een ingepakt boek in deze kast, waarbij je op de kaft d.m.v. een pakkende tekst of tekening de lezer nieuwsgierig maakt naar de inhoud van het boek.
SUCCESFACTOR 6: TAALGERICHT LESGEVEN IN DE VAKKEN
Pijlers taalgericht vakonderwijs
Het is noodzakelijk dat docenten in de lessen van andere vakken dan Nederlands aandacht besteden aan taalontwikkeling. Dit draagt bij aan een sneller taalverwervingsproces. Er worden drie pijlers onderscheiden om taalgericht les te geven in de vakken: het bieden van een rijke context, interactie en taalsteun. De pijler context creëert een herkenbaar kader voor nieuwe leerstof door voorkennis op te halen en deze te gebruiken om nieuwe kennis te verbinden. De pijler interactie richt zich op rijke interactie, zowel mondeling als schriftelijk waardoor de taal- en denkontwikkeling wordt ontwikkeld. De pijler taalsteun richt zich op het helpen van leerlingen bij het begrijpen en zelf produceren van nieuwe taal. (o.a. Hajer, Van Der Laan & Meestringa, 2010).
Lesidee van Boekie

Laat leerlingen (in tweetal / groepjes) een tekst uitwerken in een mindmap. Deze mindmap vat de essentie van de inhoud van de tekst/het verhaal samen. De leerling/tweetal/groepje presenteert de mindmap vervolgens aan de klas. Door op deze wijze te werken met mindmaps kun je in korte tijd grote hoeveelheden tekst / een boek met een groep leerlingen verwerken in een concrete en beeldende samenvatting.
Imindmap en www.mindmapmaker.nl zijn gebruiksvriendelijke tools om mindmaps digitaal te maken.
(dit lesidee is geïnspireerd op kaart 3 uit Boekie: ‘Mindmap’)
Tip: Al eens gedacht aan het verwerken van een gedicht of nieuwsartikel of boek in een kunstzinnige / creatieve opdracht? Bijvoorbeeld het maken van een 3D-bouwwerk, reuze kijkdoos, kledingstuk passend bij een personage, een lied / rap. Of het maken van een drieluik bij een aardrijkskundig of geschiedenis gerelateerd thema?
Hier een voorbeeld uit de praktijk.
Doelen en leerlijnen
Docenten van andere vakken streven een duidelijk geformuleerde vaktaalleerlijn en expliciet geformuleerde vaktaaldoelen na. Zo kunnen leerlingen de kennis van de taal, die ze al hebben, verbinden met spreken en schrijven in vakspecifieke contexten (o.a. Jansma, Ekens & Van Der Laan, 2017).
Aanbod
De boeken en teksten die gebruikt worden tijdens de lessen van de andere vakken dienen gevarieerd te zijn. Het bestaat uit een actueel aanbod van fictie en non-fictie dat aansluit bij de leef- belevingswereld van leerlingen. Docenten van andere vakken stemmen dit af met docenten Nederlands (o.a. (Uit: Van Silfhout, 2014).
SUCCESFACTOR 7: MONITOREN TAAL- LEESONTWIKKELING
Volgen ontwikkeling door de docent
De school zorgt ervoor dat de taal- en leesontwikkeling van alle leerlingen gemonitord wordt en zichtbaar wordt gemaakt. In samenspraak met de docent Nederlands wordt gekeken waar elke leerling ten opzichte van de leerdoelen staat en bepalen welke volgende stap in de ontwikkeling haalbaar is (o.a. Broekhof, 2015).
Bijhouden leesontwikkeling door leerlingen zelf
De school laat leerlingen hun eigen leesontwikkeling bijhouden, onder andere door leerlingen bij te laten houden wat ze lezen. De leesontwikkeling en ontwikkelpunten bespreken de leerlingen vervolgens met hun docent Nederlands. Leerlingen dienen al dan niet begeleid een zo realistisch mogelijke zelfinschatting te maken: ze kunnen benoemen waar verbeterpunten liggen en weten hoe ze hun leesmotivatie en leesvaardigheid kunnen verbeteren (o.a. de Milliano, 2013).
Tip: Op www.boekenbabbels.nl kunnen leerlingen een boekrecensie opnemen en plaatsen. En zelf inspiratie opdoen voor boeken door het bekijken van de filmpjes van andere leerlingen.
SUCCESFACTOR 8: LEZEN MET EXTRA ONDERSTEUNING
Leesmotivatie
De school investeert in het verhogen en verbeteren van de leesmotivatie van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben bij het lezen. Uit onderzoek blijkt dat zwakke lezers die extra lezen in hun vrije tijd de basisvaardigheden van lezen sneller ontwikkelen dan sterke lezers (o.a. Mol & Bus, 2011).
Leerstofaanbod en volgen ontwikkeling
De school heeft leerlingen die moeite hebben met lezen in beeld en geeft hen een passend leerstofaanbod en ondersteuning bij Nederlands en de andere vakken. Bijvoorbeeld het aanbieden van luisterboeken (o.a. Jansma, Ekens & Van Der Laan, 2017).
Tip: Een groot aanbod in luisterboeken vind je op o.a. www.luisterboeken.nl en www.storytel.com.
SUCCESFACTOR 9: SAMENWERKING BINNEN EN BUITEN SCHOOL
Met vakdocenten
Docenten Nederlands en docenten van de andere vakken overleggen met elkaar over de instructie en de verschillende tekstsoorten om zo de ontwikkeling van de taalvaardigheid van leerlingen optimaal te stimuleren (o.a. Hajer, Van Der Laan & Meestringa, 2010).
Met ouders
De school stimuleert het lezen thuis door samen te werken met ouders. Ouders krijgen informatie over het ontwikkelen van een positieve leeshouding en verschillende soorten boeken. De school creëert daarnaast een mogelijkheid voor ouders om ervaringen uit te wisselen met docenten en andere ouders (o.a. : ITTA & Stichting Lezen, 2014; Mol & Jolles, 2014).
Tip: Wijs ouders in het VO eens op de website van de bibliotheek waarin zij allerlei informatie en tips vinden over het kiezen van boeken samen met hun kind en het stimuleren van lezen, voor zowel het plezier als voor de leeslijst voor school.
Met de bibliotheek
De school werkt intensief samen met de openbare bibliotheek en de schoolbibliotheek om inzicht te verkrijgen in het leen- en leesgedrag van leerlingen. De mediathecaris of educatief medewerker kan een rol spelen in de bijscholing van docenten en in overleg lesonderdelen verzorgen, zowel voor hele klassen als voor groepjes/individuele leerlingen (o.a. Van Tuijl & Gijsel, 2015).
Referenties
Aartsma, L. (2018). Vrijetijdslezen in het vmbo. Een onderzoek naar het leesbevorderingsbeleid van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Utrecht: Universiteit Utrecht.
Broekhof, K. (2015). Meer lezen, beter in taal–VMBO. Den Haag/Amsterdam: Koninklijke Bibliotheek/Stichting Lezen.
Cornelissen, G. (2016). Maar als je erover nadenkt… Een jaar literatuuronderwijs in groepen 7 en 8 van de basisschool. Amsterdam: Stichting Lezen.
DUO Onderwijsonderzoek (2017). Lezen op het vmbo: een stand van zaken. Amsterdam: Stichting Lezen.
Hajer, M. (2008). De lat hoog voor vakonderwijs: taalbeleid in de klas via taalgerichte vakdidactiek. Vonk, 38(1), 11-29.
Hajer, M. Laan, E. van der, Meestringa, T. (2010). Taalgericht de vakken in. Achtergronden bij 13 lessenseries. Enschede: SLO.
ITTA & Stichting Lezen (2014). Leesbevordering en leesvaardigheid in het vmbo: noodzaak en kansen. Amsterdam: Stichting Lezen.
Jansma, N., Ekens, T. & Laan, A. van der (2017). Passende perspectieven vmbo. Leerroutes taal voor vmbo bb/kb. Enschede: SLO.
Milliano, de I. (2013). Lees- en schrijfontwikkeling van vmbo-leerlingen. De rol van betrokkenheid bij lezen en schrijven op school. Amsterdam: University of Amsterdam.
Mol, S. & Bus, A. (2011). Lezen loont een leven lang. Levende Talen Tijdschrift, 12(3), 3-15.
Mol, S. & Jolles, J. (2014). De Lezende VMBO’er. Pedagogiek in praktijk, 34-38.
Silfhout, G. van (2014). Leuk om te lezen of makkelijk te begrijpen. Optimaal begrijpelijke teksten voor het voortgezet onderwijs. Amsterdam: Stichting Lezen.
Silfhout, G. van (2015). Taal in élk vak. Didactief, 22-23.
Smits, A. & Koeven, E. van (2016). De essentie van lezen in een formule: DV x ETB x LMH x TK x AD. Gevonden via http://geletterdheidenschoolsucces.blogspot.com/.
Smits, A. & Koeven, E. van (2018a). Moeilijke teksten scaffolden met ICT. Gevonden via http://geletterdheidenschoolsucces.blogspot.com/.
Smits, A. & Koeven, E. van (2018b) Vijf basisprincipes voor goed (voor)leesonderwijs. Gevonden via http://geletterdheidenschoolsucces.blogspot.com/.
Smits, A. & Koeven, E. van (2015) Vrij lezen in het po, sbo, pro, vo en mbo. Gevonden via http://geletterdheidenschoolsucces.blogspot.com/.
Steensel, R. van, Milliano, I. de, Gelderen, A. van, Trapman, M. Hulstijn, J., Oostdam, R., Schooten, E. van & Sleegers, P. (2015). De rol van technisch lezen, woordenschat en metacognitie bij het begrijpend lezen van een- en meertalige leerlingen in het vmbo. Orthopedagogiek: Onderzoek en Praktijk.
Steensel, van R., Sande, L. van der, Bramer, W., Arends, L. (2017). Effecten van Leesmotivatie-interventies. Uitkomsten van een meta-analyse. Rotterdam/Amsterdam: Erasmus Universiteit/Vrije Universiteit.
Trioen, M. & Casteleyn, J. (2018). Extra kansen voor nieuwkomers. Wat werkt in leesonderwijs aan laaggeletterde anderstalige jongeren. Een praktijkgids voor lesgevers. Antwerpen: Universiteit Antwerpen.
Tuijl. C. van & Gijsel, M. (2015). Leesonderwijs van a naar b(eter). Didactief, 34.
Meedenken aan Boekie voor het VO?
Wil je met ons meedenken aan een ‘Boekie-variant’ voor het Voortgezet Onderwijs, met allerlei concrete activiteiten en mogelijkheden ter promotie van het lezen en het leesplezier?
Beantwoord dan onderstaande vragen: