leestijd:

Vorige week hebben veel scholen in Nederland aandacht geschonken aan het onderwerp pesten. Het was namelijk de ‘Week Tegen Pesten’ (21 t/m 25 september 2015). Tijdens deze week is er extra aandacht besteed aan het onderwerp. Zo werden er verschillende programma’s uitgezonden op televisie over pesten en verschillende pest-methodes. De bedoeling is dat scholen niet alleen vorige week maar óók het verdere schooljaar aandacht besteden aan het tegengaan van pesten en het creëren van een positieve groepssfeer.

Naast pesten op school en na schooltijd, worden steeds meer kinderen gepest via het internet. Tegenwoordig wordt internet en social media onder de jongeren bijna net zo normaal gevonden als zuurstof. Niemand kan zich meer een samenleving voorstellen zonder deze technologie. Hoe bruikzaam en efficiënt het ook is, ook internet heeft een schaduwzijde. Want hoe makkelijk is het om via internet mensen te bespotten of te pesten? Helaas wordt dit een steeds groter probleem.

Cyberpesten is een vorm van pesten waarbij pesters herhaaldelijk gebruik maken van digitale technieken, zoals internet of smartphones, om via deze manier kwetsende uitspraken te verspreiden of te delen. Het blijkt dat kinderen veel meer durven te zeggen via digitale technieken dan in het openbaar, omdat het in de meeste gevallen anoniem gebeurd. Daardoor weten veel gepeste kinderen vaak niet wie de pestkoppen zijn.

Uit onderzoek blijkt dat steeds meer jongere kinderen hier mee te maken krijgen en dat de ‘slachtoffers’ vaak ook regelmatig zelf tot cyperpesten overgaan. Ook voor ouders en leerkrachten is cyberpesten veel minder zichtbaar.

Het is belangrijk dat je als leerkracht samen met de kinderen over dit onderwerp praat. Hoe kun je dat doen? Bekijk daarom de 6 tips (geschikt voor de toepassing in de groepen 7 – 8):

Wat doe jij tegen cyberpesten?

  1. Maak samen met de kinderen een “Popplet”. Dit is een digitaal prikbord waarbij je alles over een bepaald onderwerp, zoals cyberpesten, met je groep kunt verzamelen. Naast tekst, kunnen er ook tekeningen, plaatjes of video’s toegevoegd worden aan de groepspagina. Iedere leerling kan via het prikbord presenteren wat hij/zij gevonden heeft en/of wilt delen.
  1. Poster cyberpesten Hang de volgende poster op in de groep en bespreek met de kinderen hoe ze op de juiste manier kunnen communiceren via online media.
  2. Organiseer met je groep een “Wat zou jij doen?” debat en biedt bijvoorbeeld een van de volgende stellingen aan:
  • “Een goede vriend vraagt aan jou of je een nepprofiel wil maken op Facebook van iemand uit je klas. Wat zou jij doen?”
  • “Via internet vraagt iemand aan jou of hij/zij jouw 06-nummer mag. Je hebt hem nog nooit ontmoet. Wat zou jij doen?”
  • “Je beste vriend vertelt aan jou dat hij/zij gepest wordt via internet. Wat zou jij doen?”
  • “Cyberpesten is niet erg, het gebeurt toch niet rechtstreeks in je gezicht.”
  1. Nodig een gastspreker uit die kinderen meer kan vertellen over de gevolgen van cyberpesten. Veel scholen nodigen bijvoorbeeld iemand van Bureau Halt uit.
  1. Laat kinderen nadenken over de verschillen tussen kwetsende en grappige uitspraken via internet. Je kunt hierbij gebruik maken van het DenkBeeld “Hoepel”.
  1. Geef de kinderen tips mee over wat ze kunnen doen als ze online gepest worden:
  • Blijf rustig en reageer niet op pijnlijke of kwetsende berichten.
  • Blokkeer het nummer van iemand die continu pijnlijke of kwetsende berichtjes stuurt.
  • Maak van je online-account, zoals Facebook, altijd een privé-account.
  • Sla al het bewijs op van kwetsende berichtjes of mailtjes, zodat je deze aan iemand kunt laten zien die je kan helpen.
  • Durf je er niet over te praten? Vertel je verhaal anoniem tegen iemand van pestweb (pestweb.nl)
  • Reageer niet op berichtjes van iemand die je niet kent.
  • Verander regelmatig je wachtwoord.
sluiten