Door: Nikky Bergmans en Margreet Christians (auteurs ‘5 minuten geluk’)
Als je ouders vraagt wat ze willen voor hun kind op school, zal de meerderheid antwoorden: “Ik wil dat mijn kind gelukkig is”. De wens om geluk te ervaren zal er een zijn die velen van ons herkennen. Interessant is, dat geluk ook steeds meer een onderwerp van gesprek wordt binnen de politiek. Van Campen en Boelhouwer (2012) beschrijven dat bijvoorbeeld Engeland en Frankrijk het geluksbeleid op de agenda hebben gezet. Ook stuurde Europees voorzitter van Rompuy (2011) het “World Book of Happiness” naar alle wereldleiders als nieuwjaarscadeau. Zijn boodschap: “Ik vraag u om geluk en het welbevinden van de mensen bovenaan de politieke agenda te zetten”. Uit het World Happiness Report (2015) en onderzoek van Unicef (2013) blijkt dat onze Nederlandse kinderen het goed doen. Zij behoren tot de meest gelukkige kinderen ter wereld. De vraag is echter; Wat is geluk dan? Waar worden onze kinderen gelukkig van? En welke rol kan het onderwijs spelen in het bevorderen van het geluk van kinderen? In dit artikel proberen we antwoord te geven op deze vragen.
Wat is geluk?
Iedereen is in staat om geluksmomenten op te roepen, van klein tot groot. En als je dat doet, ontdek je waarschijnlijk al snel een glimlach op je gezicht. Maar wat is nu de verhouding tussen deze herinneringen? Was het een moment van toeval of kan je ook geluk ‘kiezen’?
Van Dale definieert geluk als volgt: gunstige loop van omstandigheden; aangenaam gevoel van iemand die zich verheugt. Vanuit de filosofische oriëntatie van Aristoteles is geluk meer dan het goed voelen. De deugdethiek van Aristoteles stelt dat het gaat om het inzetten van sterke karaktereigenschappen om geluk te ontwikkelen en te bereiken. Een persoon bereikt dan ‘het goede leven.’ Binnen deze deugdethiek maakt de wetenschap onderscheid tussen enerzijds goed voelen (Hedonia) dat te maken heeft met positieve emoties en levenstevredenheid (Diener, 1984) en anderzijds met het goede doen (Eudaimonia) dat verwijst naar geluk als een manier van leven, waarbij de nadruk ligt op persoonlijke groei en zelfactualisatie (Huta & Ryan, 2010). Ryff (1989) voegt hier autonomie en sociale relaties nog aan toe.
Geluk volgens kinderen
In het onderzoek ‘Ik ben een gelukkeling’ (Wessels, 2016) wordt kinderen in de leeftijd van 6-12 jaar gevraagd naar hun perspectief op geluk. In de reacties is zowel ‘korte termijn geluk’ (hedonia) terug te horen, als ‘langere termijn geluk’ (eudaimonia). Na de vraag om de betekenissen samen te voegen, komen de leerlingen tot: ‘Geluk heeft te maken met gevoel, hoe je omgaat met verdriet, jezelf en elkaar accepteren, liefde voelen en geven, vrienden hebben, je vrij voelen.’
De kinderen noemen sociale relaties als de belangrijkste factor voor hun geluk binnen de schoolcontext. De uitspraken die de kinderen binnen deze categorie doen gaan over familie, voornamelijk broers en zussen, en vrienden. Daarnaast draagt de leerkracht bij aan het geluk van de leerlingen. De uitspraken van de leerlingen komen deels overeen met de wetenschappelijke literatuur. Meerdere onderzoeken (Chaplin, 2009; Holder & Coleman, 2008, Thoilliez, 2011) laten zien dat familie en vrienden de belangrijkste voorspeller van geluk is bij kinderen. Een tweede belangrijke factor die volgens de leerlingen bijdraagt aan geluk is talenten. Daarbij springt de subcategorie (school)prestaties eruit. Kinderen benoemen niet alleen het behalen van goede cijfers, maar ook het winnen van een toernooi of iets nieuws leren dat ze eerder nog niet konden.
De derde factor die kinderen noemen is ambities. Binnen deze categorie gaat het om uitdaging en het stellen van doelen. De kinderen geven aan dat ze graag uitgedaagd worden om problemen op te lossen en “moeilijk” na te denken. Ze werken graag iets boven hun niveau. Het stellen van doelen maakt de kinderen gelukkig; zij stellen voornamelijk doelen op de kortere termijn. Dit spreekt de resultaten uit wetenschappelijke literatuur tegen, omdat meerdere onderzoekers zich binnen dit domein richten op de toekomst en lange termijn doelen (Chaplin, 2009; Thoilliez, 2011). Chaplin (2009) geeft wel aan dat jonge kinderen vooral korte termijndoelen stellen, maar oudere kinderen meer op de toekomst gericht zijn. Uit dit onderzoek blijkt echter dat kinderen binnen de schoolcontext de toekomst dichter bij huis zoeken, zoals overgaan naar de volgende klas of de rekentoets halen volgende week.
Ten slotte heeft keuzevrijheid invloed op het geluk van de leerlingen. Ze voelen de behoefte om zelf te mogen kiezen en de vrijheid te voelen om medeverantwoordelijk te zijn voor hun eigen ontwikkeling. De leerlingen spelen graag en zien sport en bewegen als de belangrijkste factoren voor hun geluk binnen de schoolcontext. Deze twee categorieën zijn verantwoordelijk voor meer dan de helft van het aantal uitspraken die kinderen doen binnen deze hoofdcategorie. Chaplin (2009) is de enige wetenschapper die sport apart noemt als factor van geluk. In de wetenschappelijke literatuur wordt spelen niet in verband gebracht met geluk. De factor spelen wordt in de gesprekken met de leerlingen zeer regelmatig genoemd als het gaat om geluk.
Hoe bevorder je geluk op school?
In 2011 lanceerde Seligman het PERMA-model dat de filosofische tradities hedonia en eudaimonia combineert en daarnaast een prachtige vertaalslag maakt naar het onderwijs. Seligman (2011) onderscheid vijf factoren die het geluk van een mens beïnvloedt: positieve betekenis, positieve relaties, positieve emoties, positieve betrokkenheid en positieve daden. Het door Seligman (2011) ontwikkelde PERMA-model is een concept voor positief onderwijs, met als hoofddoel om kinderen, leerkrachten en scholen aan te moedigen om te floreren. Met floreren wordt de combinatie tussen goed voelen en goed doen bedoeld, waarbij de nadruk ligt op iemands mogelijkheden in plaats van beperkingen.
Dit concept voor positief onderwijs is uitgangspunt geweest bij het ontwikkelen van 5 minuten geluk; een product dat je kan helpen om geluk in de klas waarneembaar te maken. Geluk is iets dat vermenigvuldigt wanneer je het deelt. Want vanuit een basis van plezier en geluk, wil toch iedereen leren?
Ben je benieuwd geworden naar 5 minuten geluk? Bekijk het product en download de voorbeeldkaarten!
Nikky Bergmans & Margreet Christians
Informatie of vragen? Mail dan Nikky via nikky@geluk-t.com
Literatuur:
Adamson, P. (2013) Innocenti Report Card 11 Child well-being in rich countries. A comparative overview. Retrieved from https://www.unicef-irc.org/publications/pdf/rc11_eng.pdf
Campen, C., Boelhouwer, J., (2012). Geluksbeleid al diep verankerd in de samenleving. In: Campen, C., Boelhouwer, J., Boerefijn, J., & Bolier, L. (2012). Sturen op geluk: geluksbevordering door nationale overheden, gemeenten en publieke instellingen.
Chaplin, L. (2009). Please May I Have a Bike? Better Yet, May I Have a Hug? An Examination of Children’s and Adolescents’ Happiness. Journal Of Happiness Studies, 10(5), 541-562.
Diener, E. (1984). Subjective well-being. Psychological Bulletin, 95(3), 542-575. doi:10.1037/0033 2909.95.3.542
Helliwell, J. F., Layard, R., Sachs, J. (2015). World Happiness Report. Retrieved from https://worldhappiness.report/ed/2015/
Holder, M. D., & Coleman, B. (2009). The contribution of social relationships to children’s happiness. Journal Of Happiness Studies, 10(3), 329-349. doi:10.1007/s10902-007-9083-0
Huta, V., & Ryan, R. M. (2010). Pursuing pleasure or virtue: The differential and overlapping well- being benefits of hedonic and eudaimonic motives. Journal of Happiness Studies, 11(6), 735- 762. Jayawickreme, E., Forgeard
Ryff, C. D. (1989). Happiness is everything, or is it? Explorations on the meaning of psychological well-being. Journal of personality and social psychology, 57(6), 1069
Seligman, M. E. P. (2011). Flourish: A visionary new understanding of happiness and well-being. New York, NY: Free Press.
Thoilliez, B. (2011). How to grow up happy: An exploratory study on the meaning of happiness from children’s voices. Child Indicators Research, 4(2), 323-351. doi:10.1007/s12187-011-9107-5
Wessels, N. (2016). Ik ben een gelukkeling! Exploratief Onderzoek naar het Geluk van Basisschoolleerlingen binnen de Schoolcontext. Retrieved from http://dspace.ou.nl/handle/1820/6965