leestijd:

Hoe voorkom ik dat ik van les naar les (of groep naar groep) ga… De dag lijkt overvol? En hoe laat ik de leerlingen effectief samenwerken, zonder dat ze instructie van de andere groep verstoren? Enkele vragen die geregeld gesteld worden door scholen die werken met combinatiegroepen. Onderwijs Maak Je Samen ondersteunt scholen hierin en biedt in dit artikel antwoorden op veelgestelde vragen.

Wanneer Onderwijs Maak Je Samen scholen en leraren ondersteunt in het omgaan met de combinatiegroep, hebben we het over de volgende vier aspecten:

  1. Effectiever instrueren
  2. Meer samenwerken tussen leerlingen (coöperatief leren)
  3. Handig omgaan met routines en regels
  4. Vergroten van zelfstandigheid van leerlingen

Wanneer we de vier aspecten wat verder verkennen, zien we dat scholen geregeld de volgende kwesties aanlopen:

1. Instructies:

  • Instructies duren te lang; leerlingen verliezen hun betrokkenheid
  • Instructies zijn juist te kort (een werkinstructie) waardoor leerlingen de stof niet zelfstandig kunnen verwerken en leraren na de instructie te veel rondlopen om te herstellen
  • Instructies zijn teveel gericht op het zelfstandig werken zelf en niet op het vergroten van denkvaardigheden van de leerling
  • Leraren gaan van lesactiviteit naar lesactiviteit en verliezen grip op het echte leren van de leerling (maken de leerlingen veel of leren ze veel?)

2. Samenwerken:

  • Leerlingen moeten wachten op de leraar voor hulp
  • Zelfstandig werken wordt door leraren gezien als ‘alleen’ werken in stilte
  • Er is te weinig interactie en daarmee weinig leereffect
  • Leerlingen hebben niet geleerd hoe ze op een goede manier kunnen samenwerken
  • Leerlingen weten niet hoe ze met stemgeluiden om moeten gaan

3. Routines:

  • Leraren vragen te vaak om momenten van stil werken (met het rode stoplicht) door leerlingen (waardoor er geen interactie is)
  • Het is niet duidelijk wat leerlingen wel en niet mogen (welke vrijheden zijn er?)
  • De tafels van de leerlingen staan niet handig in het lokaal
  • Stemgebruik leraren; vraag je om de fluisterstem van leerlingen? Gebruik die zelf dan ook.

4. Zelfstandigheid:

  • Zelfstandig werken is te veel gericht op bezighouden van de leerling
  • Leraren doen te veel voor de leerlingen (nakijken, spullen pakken, opruimen, etc.)
  • Leerlingen stellen geen vragen aan elkaar
  • Leerlingen denken te weinig mee in de regels en afspraken van de klas

Vragen van scholen, met antwoorden…

Hoe voorkom je dat je instructie een werkinstructie is? Zeker jonge kinderen hebben moeite met de vraagstelling en wat er daadwerkelijk bij een opdracht van hen verwacht wordt.
Dat kun je doen door de instructie echt doelgericht te maken. Beantwoord de vraag voor jezelf: wat hebben de leerlingen van mij nodig om het leerdoel te behalen? Het gaat dus niet om het maken van de opdrachten of het uitrekenen van de sommen maar om het leren van de leerlingen (wat leren ze nu precies?). Wat we leraren regelmatig zien doen is dat ze tijdens de instructie steeds een opgave of een zin voordoen. Dan bestaat het risico dat kinderen niet voldoende leren om het zelf op te lossen.

Waar moet gevoelsmatig de focus liggen: zelfstandig werken, instructies of meer samenwerken? Of alle drie?
In de combinatiegroep moet de focus liggen op wat leerlingen van jou nodig hebben om tot leren te komen. Dat is naast een heel vriendelijke, vrolijke en begripvolle leraar ook een niveau-verhogende instructie. Zelfstandig werken en samenwerken is voor ons een vergelijkbare activiteit. Kinderen leren of met jou óf met elkaar. Veel leraren bedoelen bij zelfstandig werken eigenlijk dat kinderen ‘alleen’ werken (dus in stilte). Naar onze overtuiging leren kinderen vooral in interactie met de leraar en met elkaar.

In hoeverre laten we kinderen zelfstandig nakijken en hoeveel toezicht houden we hierop? Bespreek je de les verder nog na? Of alleen het lesdoel?
Kinderen leren vooral van zelf nakijken en het daar met elkaar over hebben (wellicht in relatie met hun eigen leerdoelen) en veel minder van het nakijken door de leraar. Dus kinderen zelf na laten kijken is hierin beter. Je moet als leraar natuurlijk wel weten hoe je kinderen ervoor staan, maar dat kan ook al aan het eind van een instructie (bijvoorbeeld met een wisbordje) of tijdens een korte ronde (maar dan alleen observeren en niet meteen helpen). Nabespreken van de les is belangrijk; het is wel goed om dat te doen direct na het verwerken van de gegeven instructie, dus eerder dan het eind van de les.

Hoe zorg je ervoor dat je instructie voor verhoging van het niveau zorgt?
Dat ligt aan het instructie-vak, maar het gaat om de zone van de naaste ontwikkeling. Dat is meestal een stapje binnen de leerlijn of een stapje in het ontwikkelen van meer denkvaardigheden. Het is niet effectief wanneer kinderen te veel doen wat ze allang kunnen. Het is een ingewikkelde zoektocht, maar bespreek dit ook met je leerlingen. Realiseer je ook dat leren precies hierover gaat: iets niet (goed) kunnen en na een eigen inspanning het beter of wel kunnen.

Wat bedoelen jullie met: ‘leraren lopen te veel rond om te herstellen’?
Soms is de instructie die leraren geven onvoldoende. Direct na die instructie lopen de leraren dan rondes in het lokaal om leerlingen aan de tafel te gaan helpen. Dat is vaak niet efficiënt; je komt namelijk niet aan iedereen toe en de hulp is er vaak op gericht dat de leerling verder kan in het werkboekje. Voornamelijk dus productgerichte hulp en geen instructie gericht op het proces. Dus: heel goede instructie, zo kort mogelijk (maar wel doelgericht en interactief) en aan een zo klein mogelijk groepje kinderen.

Hoe voorkom ik dat ik van les naar les (of groep naar groep) ga… de dag lijkt overvol?
Door niet in lessen te denken maar in instructies en die vervolgens per dag of per week in te plannen per kwartier (‘denken in kwartieren’). Veel leraren in combinatiegroepen houden te strak een rooster aan en denken in halve uren (eerst de ene groep en na een half uur de ander groep). Zo zou een uur rekenen er als volgt uit kunnen zien:

  • Eerste kwartier: groep 4 en 5 oefenen samen de tafels van vermenigvuldiging (kan in kortere tijd)
  • Tweede kwartier: de leraar geeft instructie over de nieuwe leerstof van groep 4
  • Derde kwartier: de leraar gaat met de goede rekenaars van groep 5 aan de slag met Rekentijgers
  • Vierde kwartier: de leraar geeft een her-instructie aan de minder sterke rekenaars over een leerdoel van vorige week.

Hoe laat ik de kinderen effectief samenwerken, zonder dat ze instructie van de andere groep verstoren?
Door gebruik te maken van werkvormen uit het coöperatief leren en met de leerlingen te spreken over het stemgebruik. Overigens zien we ook weleens dat het juist de leraar is die de andere groep verstoort, niet zozeer de kinderen. De leraar moet dus ook nadenken over het stemvolume. Wanneer de leraar instructie geeft is het goed je te realiseren voor welke kinderen de instructie bedoeld is.

Hoe ga ik om met kinderen die moeilijk tot werken komen, wanneer je aandacht als leraar op de andere groep gericht is?
Kinderen komen ons inziens nooit ‘zomaar’ moeilijk tot werken. Tijdens jouw instructie aan de andere groep neem je het waar, maar doe je er dan even niets mee. Bij de evaluatie ga je er op in en onderzoek je met de groep of met individuele leerlingen wat er te doen valt.

Hoe maak ik voldoende tijd voor verlengde instructie?
Onder andere door de basisinstructie korter te maken en zo min mogelijk te helpen bij het zelfstandig werken.

Op dit moment hebben we de rekenlessen gekoppeld aan minder instructiegevoelige lessen, om zo voor meer verlengde instructietijd te zorgen. Spelling en taal geven we wel aan beide groepen tegelijk. Wanneer groep 4 een dictee krijgt, werkt groep 5 zelfstandig. Dit zorgt er echter voor dat er geen mogelijkheid tot verlengde instructie is. Hebben jullie nog tips op roostergebied?
Niet denken in termen van roosters! Bepaal per maand, blok of per week wat er geïnstrueerd dient te worden, denk in kwartieren en zorg voor een effectief klimaat van zelfstandig werken waar leerlingen veel van elkaar leren.

De leerlingen doen het tot nu toe al best goed in de combigroepen. Als leraar bestaat nog wel vaak het gevoel dat je het maar half doet. Wanneer is het goed genoeg?
Het kan altijd iets beter, we hebben altijd nog iets te leren, maar dat hoort bij onderwijs. Daarnaast is het natuurlijk wel heel erg goed om regelmatig met elkaar te kijken en te zien wat er allemaal al goed loopt en dat ook te markeren met elkaar. Leidend hierin is het leren van de leerlingen.

Gerelateerde artikelen

30/06 in actueel

Groep 1-2-3 samen?

sluiten