Uit het recente bestuursakkoord (2014) voor het primair onderwijs van de PO-raad en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) blijkt dat we ons zorgen moeten maken over de ontwikkeling van onze toptalenten in het basisonderwijs. Zij voelen zich te vaak niet uitgedaagd op school, vervelen zich en gaan steeds meer onderpresteren. Bij deze kinderen blijkt dat ze op andere (vaak minder schoolse) momenten veel meer in hun mars hebben dan hun schoolresultaten doen vermoeden. Onderpresteren betekent dus dat een kind structureel minder presteert dan waartoe hij of zij eigenlijk in staat is.
Naast deze ‘onderpresteerders’ heb je in de klas ook regelmatig te maken met kinderen die overpresteren: het lijkt of het kind het allemaal wel kan (vaak hoge cijfers bij methode- gebonden toetsen) maar toch merk je als leerkracht – meestal op minder voorgestructureerde momenten- dat het kind de leerstof nog niet voldoende beheerst om het in andere situaties toe te passen.
“Drie dagen in de week ben ik de meester van groep 7, een groep met veel begaafde kinderen. Een daarvan is Anouk, een verlegen meisje die elke toets-ronde A of A+ scoort. Naar aanleiding van deze resultaten en mijn persoonlijke inschatting van Anouk gaf ik haar complexe en uitdagende toepassingsopdrachten. Ik merkte al vrij snel dat Anouk hier moeite mee had en zelfs gefrustreerd raakte. Op dat moment besloot ik om haar competenties in beeld te brengen en deze te vergelijken met haar prestaties. Daar kwamen opvallende inzichten uit: bij methode-gebonden toetsen en de CITO scoorde Anouk erg hoog maar bij realistische complexe opdrachten had zij moeite om de opgedane kennis toe te passen. Pas op dat moment realiseerde ik mij dat Anouk aan het overpresteren was. Door deze ervaring ben ik mij er van bewust geworden dat ik keuzes maakte aan de hand van onvoldoende informatie. Ik schatte Anouk verkeerd in en nam daarvoor verkeerde vervolgstappen. Ik besef nu dat het meten van competenties onmisbaar is om tot een volledig beeld te komen van de ontwikkeling van een kind.”
–Meester Martijn
Als een leerling (met bijzonder talent) op tijd gesignaleerd en erkend kan worden, kan het onderwijs zich aanpassen. De PO-raad en OCW willen daarom dat scholen deze kinderen kunnen herkennen, zodat voor elk kind een passend onderwijsaanbod gerealiseerd kan worden. Een vraag vanuit veel scholen is echter hoe je deze kinderen kunt herkennen en signaleren? Alleen kijken naar de prestaties van kinderen, zoals methode- gebonden toetsen en CITO, blijkt daarvoor niet voldoende en kan een verkeerd beeld geven van het werkelijke niveau van de leerling.
Het aanzienlijke belang van competenties
Om goed vast te kunnen stellen of er sprake is van onder- of overpresteren, moet eerst duidelijk zijn wat het potentiele niveau is van de betreffende leerling. Daarbij moet een leerkracht niet alleen kijken naar prestaties maar óók naar de competenties van een leerling.
Op dit moment ligt de nadruk nog teveel op de eerste factor. Prestaties meten alleen losse kennis en vaardigheden. Kinderen moeten deze kennis en vaardigheden echter niet alleen toe passen tijdens een toets of in een werkboek, maar zouden deze kennis ook moeten kunnen laten zien in andere complexe situaties waarbij vaardigheden, kennis en houding geïntegreerd worden. Op dat moment spreek je van competenties.
“Beide factoren (prestatie en competentie) zijn zeer betekenisvol als we een correcte uitspraak willen doen over het kind.”
Om kinderen te signaleren die onder- of overpresteren zouden scholen een volgsysteem moeten hebben die beide indicatoren meet. Alleen op die manier kun je goed bepalen of het kind handelt in zijn of haar zone van naaste ontwikkeling. Een voorbeeld van een dergelijk volgsysteem dat je hiermee kan helpen is Looqin PO. Dit is een procesgericht kindvolgsysteem dat leraren helpt om de gehele ontwikkeling van kinderen in beeld te brengen: welbevinden, betrokkenheid, competenties en prestaties. Met deze gegevens heb je de mogelijkheid om kinderen breed te volgen en te signaleren. Hierdoor kan je een passend onderwijsaanbod realiseren voor ieder kind.
Natuurlijk kan het ook voorkomen dat externe oorzaken een rol kunnen spelen bij kinderen die onder- of overpresteren. Met Looqin PO kun je ook de sociaal- emotionele ontwikkeling van kinderen dieper in beeld brengen zoals bijvoorbeeld de leerkracht- leerling relatie, thuissituatie en motivatie.
Meer informatie over Looqin PO is te vinden via www.looqin.nl of bekijk het demo filmpje om een impressie te krijgen van het procesgericht kindvolgsysteem.