leestijd:

Steeds vaker duikt de term formatief toetsen op in het VO. Wat is het? Waarom staat het nu zo in de belangstelling? En wat is de relatie met de Digitale Tussentijdse Toets?

In het voortgezet onderwijs worden veel overhoringen en toetsen voor een cijfer afgenomen: summatieve toetsen. Door het frequent afnemen van kleine toetsen worden leerlingen gedwongen om hun werk te leren. Zij komen daardoor bij de afsluitende toets tot betere resultaten. Onderzoek bewijst dit positieve effect. Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek dat leerlingen beter kunnen worden voorbereid op een afsluitende toets.

Bij summatieve toetsen wordt de leerling de maat genomen: in hoeverre beheers je de behandelde stof? Summatieve toetsen zijn dus geschikt om een periode af te sluiten en te meten wat er tot dan toe geleerd is. Op weg naar een einddoel heeft de leerling meer baat bij formatief toetsen of formatieve evaluatie (Black & Wiliam 1998, Marzano 2003, Hattie 2009). De formatieve toets bestaat vooral uit feedback: waar sta je nu en wat heb je nog nodig om je leerdoel te halen? Dylan Wiliam doet veel onderzoek naar formatief toetsen. Zijn video ‘The classroom experiment’ wordt regelmatig bekeken op het internet. Wiliam stelt dat je eerst bepaalt wat de doelen zijn: de feed up. Door te toetsen kun je zien hoe ver een leerling is en daarop feedback geven. Tenslotte bestaat de feed forward uit datgene wat nog geleerd moeten worden om van de huidige situatie naar het (eind)doel te komen; dit zijn meestal zeer persoonlijke leerdoelen.

FT - Figuur met pijlen-0.2

Bij summatief toetsen wordt teruggekeken: wat beheers je van de aangeboden leerstof? Er wordt niet inhoudelijk op de antwoorden ingegaan. Bij formatief toetsen staat die feedback juist voorop: wat ging wel goed en wat moet je nog verbeteren of leren om het einddoel te halen? Formatief toetsen laat je achteruit kijken om vervolgens een plan naar de toekomst te maken: je kijkt dus vooruit om te zien wat er nog geleerd moet worden om je leerdoel te halen. Waar je bij summatief toetsen alleen in de achteruitkijkspiegel kijkt, is bij formatief toetsen de blik juist vooruit gericht. Je bent gericht op de weg die voor je ligt, nadat je vastgesteld hebt waar je nu bent.

Verslag natuurkundeproef (1)

Natuurkunde leraren hechten er vaak waarde aan dat verslagen van een proef een gelijke opbouw vertonen: titel, onderzoeksvraag, uitvoering, enzovoorts. Een vorm van formatief toetsen zou er uit kunnen bestaan om dit kwaliteitsaspect door leerlingen zelf te laten controleren voordat het werk wordt ingeleverd. Groepjes van 4 leerlingen beoordelen elkaars verslagen aan de hand van een afvinklijst: wat is in orde en wat ontbreekt nog?

Verslag natuurkundeproef (2)

De verslagen kunnen worden teruggegeven met een cijfer. Het is voor het leren effectiever om de verslagen terug te geven met drie voorbeelden: een perfect verslag, een middelmatig verslag en een slecht verslag. Laat leerlingen deze voorbeelden lezen en daarna drie leerpunten opschrijven over hun eigen verslag of het verslag van een klasgenoot. Bij een volgend verslag kan die eigen feedback worden gebruikt voor een beter verslag van de nieuwe proef.

Formatief toetsen betekent zo vaak mogelijk meten wat de leerlingen kennen en kunnen om vervolgens je didactische aanpak daarop aan te passen. Om zo vaak mogelijk te kunnen meten is het verstandig veel korte, informele formatieve werkvormen te gebruiken om kleine stappen in het leerproces te checken.

Meer dan 200 scholen hebben meegedaan aan de pilot van Digitale Tussentijdse Toets (DTT). De DTT is juist een uitgebreide en formele toets. Anders dan kleine, informele werkvormen geeft de DTT een brede schat aan informatie terug. De DTT is volledig adaptief en zal in de toekomst steeds specifiekere feedback geven over de kennis en de vaardigheden van de individuele leerlingen. Het is voor een leraar onmogelijk om zelf de leerlingen bij elke toets zo snel zo veel feedback te geven als in de DTT gebeurt. De DTT is daarmee een krachtig instrument om mogelijke tekorten zichtbaar te maken in de kennis en vaardigheden van de leerdoelen uit de onderbouw. De persoonlijke leerdoelen kunnen door leraren worden gebruikt om een gedifferentieerd aanbod aan de leerlingen op te zetten.

Wiliam (Cijfers geven werkt niet, 2015) leert ons dat er veel formatieve werkvormen inzetbaar zijn om in de les zo snel mogelijk feedback aan de leerlingen te geven. Het is belangrijk om vaak te meten en daarmee je geplande lesactiviteiten nog beter te overwegen. Hij introduceert hiertoe een matrix waarin de feed up (het bepalen van de doelen), de feedback (wat wordt beheerst?) en de feed forward (wat is nog nodig om het doel te halen?) uit de effectieve feedback (Hattie en Timperley, 2007) worden afgezet tegen de drie actoren op school: de leerling zelf, de medeleerlingen en de leraar. Wiliam combineert enkele gebieden uit de matrix om uiteindelijk op 5 strategieën uit te komen waarop hij zijn werkvormen baseert.

FT - tabel

Werkvormen:

Elke maand een nieuwe werkvorm in de nieuwsbrief.

  1. “Op volgorde leggen” (maart 2016)
  2. “Mini whiteboards” (april 2016)
  3. “Drie vragen” (mei, 2016)
  4. “Foutenclassificatie” (juni, 2016)
  5. “Ambassadeur (september, 2016)
sluiten