leestijd:

Vlot en vloeiend lezen is nodig om je steeds meer te kunnen richten op de inhoud van een tekst. Iets wat vanaf groep 4 steeds belangrijker wordt. Veel methodes starten op het leesniveau van AVI M4.

Na een zomervakantie van 6 weken is het goed om meteen de eerste schoolweken het huidige leesniveau van de leerlingen te analyseren tijdens het hardop lezen.
Vaak zien we dat kinderen, die aan het eind van groep 3 nét het gevraagde niveau halen, na de zomervakantie teruggezakt zijn. Kinderen die niet zo vlot leren lezen, hebben meestal moeite met de automatisering van het leesproces: het direct herkennen van letters en het verklanken van woorden en woorddelen levert problemen.

Begin groep 4 is het noodzakelijk om het leesniveau van eind groep 3 zo snel mogelijk terug te halen. Met de letterweken heb je een middel om de letterkennis weer opnieuw te automatiseren en zodoende de ‘summerloss’ zoveel mogelijk te beperken.

Hoe werkt het?

  1. Zet gedurende een aantal weken elke dag 1 letter / klank centraal. Niet alle letters komen aan bod. Bied voornamelijk die letters aan die nog niet goed geautomatiseerd zijn. Veel voorkomende automatiseringsproblemen komen voor bij: eu / ui / ie / ei / ou / au / oe / b / d / m / n / s / z / ng / ch.
  2. Schrijf de letter van de dag op het bord (bijvoorbeeld /eu/) en begin de dag met het samen benoemen van woorden met de betreffende letter. Schrijf deze woorden op het bord bij de letter.
  3. Lees samen alle woorden hardop.
  4. Geef vervolgens een opdracht waarbij je differentieert op leesniveau:
    a. Voor zwakkere leerlingen: schrijf in je letterschrift 5 woorden met de /eu/. Je mag ze zelf verzinnen of van het bord overschrijven.
    b. Voor sterkere leerlingen: schrijf in je schrift 5 woorden met de /eu/ en maak er zinnen van of schrijf een kort verhaaltje.
  5.  Loop langs de zwakkere leerlingen. Laat de woorden hardop lezen of als dat te moeilijk is, lees dan de woorden samen hardop.
  6. Laat de sterkere leerlingen de zinnen of verhaaltjes aan elkaar voorlezen. Maak er eventueel een tekening bij.
  7. Kom je in de loop van de dag andere /eu/-woorden tegen, schrijf deze dan ook op het bord. Stimuleer leerlingen om de zelf gevonden /eu/-woorden te noemen en op het bord te schrijven.

Aanvullende activiteiten

  • De zwakke lezers nemen het letterschrift mee naar huis en oefenen thuis nogmaals. Instrueer de ouders en geef evt. aanvullende oefeningen.
  • Het letterschrift kan, met name voor de zwakkere lezers, na de letterweken als opzoekschrift gebruikt worden. Laat leerlingen voor moeilijke letters een tekening maken of bedenk een ezelsbruggetje (steunwoord, versje).
  • Stimuleer het samen werken en actief leren door didactische structuren in te zetten tijdens de letterweken. Enkele voorbeelden:
    • Tweepraat: Laat leerlingen in tweetallen om en om woorden met de letter / klank noemen (deze oefening kan ook in de Binnen Buiten Kring gedaan worden)o Tafelrondje: Gebruik 1 blaadje en 1 potlood / pen per tweetal. Laat leerlingen in tweetallen om en om een woord met de betreffende letter opschrijven.o Tweevergelijk: Na het tafelrondje kunnen 2 tweetallen in hetzelfde groepje de woordenlijsten met elkaar vergelijken, aanvullen en evt. samen nog meer woorden bedenken.o Zoek iemand die: Maak een werkblad met daarop een aantal vakken (6 tot 8) met daarin een letter / klank. Iedereen krijgt een werkblad. De leerlingen lopen rond en maken tweetallen. In het tweetal vragen de leerlingen aan elkaar een woord met de betreffende letter. Leerling A vraag bijvoorbeeld: “weet jij een woord met de /ui/?”. Leerling B antwoordt: “ruit”. Leerling A schrijft het woord op in het hok met /ui/ en laat zijn geschreven antwoord checken door leerling B. Als leerling B akkoord is zet hij zijn naam in het betreffende hok. De rollen worden omgedraaid, B stelt A een vraag. Na de uitwisseling bedanken de leerlingen elkaar en gaan ze op zoek naar een andere leerling. Als het werkblad vol is, ga je weer op je plaats zitten. Een evt. uitloopopdracht: maak een kort verhaal van de verzamelde woorden en lees dit daarna hardop voor aan je teamgenoten of schoudermaatje.o Raad het woord: 1 leerling uit het groepje bedenkt een woord (geef evt vooraf het aantal letters aan) en zet voor elke letter een stip op een blad. Om de beurt noemen de andere leerlingen uit het groepje een letter en proberen op deze manier het woord te raden. Voor elke fout genoemde letter krijgt de bedenker een punt / fiche. Zorg dat elk teamlid een keer aan de beurt komt om een woord te bedenken. Wie heeft uiteindelijk de meeste punten / fiches verzameld: dit is de winnaar!
    • Formatie: Elk team bedenkt een letter en de leerlingen beelden deze letter gezamenlijk uit in een formatie. De rest van de klas moet de geformeerde letter raden.

Belangrijk
Laat tijdens de letterweken het hardop verklanken in combinatie met het zien van de letters centraal staan. Dit bevordert de automatisering.

Ben alert op het nog te hoge leesniveau van teksten uit de taal-, begrijpend- en voortgezet technisch leesmethode voor de zwakkere lezers uit je groep. Zorg voor preteaching of leesmaatjes, zodat ook voor deze leerlingen het lesdoel bereikt wordt.
De zwakste lezers hebben ook na de letterweken nog individuele leeshulp nodig.

Veel plezier en succes tijdens de letterweken!

Gerelateerde artikelen

po
17/01 in actueel

Lezen in het basisonderwijs

po
19/04 in actueel

Alle (lees)tips op een rij

po
12/04 in actueel

Alle (lees)tips op een rij

sluiten