Dit artikel komt uit OMJS magazine – editie 1.
“KWALITEIT IN HET ONDERWIJS IS VOOR MIJ…”

‘Kwaliteit’ is niet alleen de goede dingen doen (de kwantitatieve, meetbare
kwaliteit), maar vooral ook de dingen goed doen (de kwalitatieve, alledaagse kwaliteit). Het is van belang om beide kwaliteitsaspecten met elkaar te blijven bespreken. Het lemniscaat van kwaliteitsbewustzijn, gebaseerd op het gedachtegoed van Daniel Ofmans boek Bezieling en kwaliteit in organisaties (2006), is daar een handvat voor.
Aan de ene kant willen we de goede dingen doen en de kwaliteit leveren die de overheid en maatschappij van ons vragen. We hebben het dan over:
• de HET-kwaliteit: de vereiste kwaliteit vanuit wet- en regelgeving
(inspectie en toezichtskaders);
• de ZIJ-kwaliteit: de kwaliteit die leerlingen, ouders en andere belanghebbenden verwachten (waardering en tevredenheid).
Aan de andere kant willen we de dingen ook goed doen, onze eigen stempel drukken en de kwaliteit leveren die wij noodzakelijk vinden voor het onderwijs van morgen. In dat geval hebben we het over:

• de WIJ-kwaliteit: de kwaliteit(en) waarmee de school of het bestuur zich
wil onderscheiden (opvattingen, waarden, normen);
• de IK-kwaliteit: de kwaliteit die iedere leraar of leidinggevende wil
leveren (professionaliteit en expertise
Uit ‘Van eiland naar WIJland – Collegiaal leren in de praktijk’,
Heijmans, J. & Creemers, M. (2013).
VAN TOEKOMSTGERICHT NAAR TOEKOMSTBEWUST

Leidinggeven is situationeel bepaald. Passend bij de context en de situatie moeten schoolleiders de juiste beslissingen nemen en de juiste koers uitzetten. Dit vraagt van hen dat zij vanuit verschillende perspectieven kunnen redeneren en dat zij zicht hebben op factoren die een rol spelen bij het leren en lesgeven, nu en in de toekomst. Om dit gerichter te kunnen bekijken en bewuster te kunnen bespreken maken we gebruik van het model van toekomstbewust leiderschap.
Het bewustzijn van de (morele, maatschappelijke) opdracht van onderwijs is en blijft leidend en blijkt wereldwijd grote overeenkomsten te vertonen, wanneer we onszelf (over de grens) met anderen vergelijken. Het is de kern vanwaaruit we de andere drie aspecten betekenis kunnen geven.

Dit model wordt ingezet tijdens studiereizen om onderwijssystemen niet te leren kopiëren, maar te waarderen naar de kracht die ze hebben binnen de eigen grenzen. Het biedt daarmee een referentiekader om eigen gedrag, behoeften en context beter te begrijpen en bewust te ontwikkelen.
Uit: Epiloog ‘In het verleden behaalde resultaten…’, Creemers, M.,
‘Toekomstbewust Leiderschap’, Harris, A. & Jones, M. S. (2017).