Ontwikkeling heeft een centrale plek in de school: het schoolplan is af en wordt door alle medewerkers gedragen en ontwikkelgroepen pakken de verantwoordelijkheid op voor de beweging in de school in het aandachtgebied van bijvoorbeeld de leerlijnen taal, projectmatig onderwijs of interne professionalisering. Een puzzel die blijft, is de slimme verbinding tussen de groepen. Wat deel je wel en wat niet met de andere teamleden? Hoe creëren we overzicht tussen de ontwikkelingen? En hoe borgen we de kwaliteit binnen de ontwikkelgroep?
Per school zijn er duidelijke verschillen in het mandaat van zo’n groep: van eenvoudige projectgroepen tot zelforganiserende teams in de school. In dit laatste geval heeft de groep veel mandaten: van het zelf opstellen van de opdracht en succescriteria tot aan de budgetverantwoordelijkheid. Deze organisatievormen van gespreid leiderschap worden gebruikt om eigenaarschap te kunnen voelen en vorm te mogen geven.
Door het werken vanuit heldere opdrachten krijgt ook de eindigheid van de groep gestalte: zodra de succescriteria zijn behaald en er geen vervolgopdracht is, vindt de borging plaats in de dagelijkse procedures en kan de ontwikkelgroep worden opgeheven.
Figuur 1 – Van schoolplan naar ontwikkelgroepen. Download figuur 1.
Vanuit de verantwoordelijkheid voor een eigen aandachtsgebied geniet een ontwikkelgroep veel vrijheid. Het WAAROM is immers helder vanuit het gedragen schoolplan en het HOE en het WAT vallen binnen de verantwoordelijkheid van de groep. Wat deel je wanneer vanuit de groep met overige teamleden? Iedereen hoeft niet alles te weten, maar iedereen is wel aan zet als de implementatie daar is. Het is helpend de agendapunten van de ontwikkelgroep te categoriseren om hierin de juiste keuzes te maken.
Het categoriseren van de eigen agendapunten helpt in eerste instantie het professionele proces binnen de groep. Ten eerste zijn er agendapunten die vallen onder de noemer Oriënteren. Dit betreft de fase van onderzoek: wat is er beschikbaar? Hoe doen andere scholen dit? Wat kunnen we hierover in de literatuur vinden? Hoe willen wij dit vormgeven? Van wie binnen de school willen we advies ontvangen op ons ontwerp?
Na een kortere of langere onderzoeksfase volgt de fase van Implementeren. Hierin worden alle teamleden betrokken. Het betreft immers het handelen van alle teamleden. Het ontwerp wordt geïnstrueerd en ingeoefend. Evaluatie en aanpassing vindt plaats richting een nieuw handelingsrepertoire.
De laatste fase is die van het Observeren. In deze fase vindt het borgen plaats. Welk gedrag zien we bij elkaar? Hoe verhoudt zich dat gedrag tot het ontwerp van de implementatiefase?
Figuur 2 – Agendapunten verdelen in de fasen van oriënteren, Implementeren en Observeren. Download figuur 2.
Groepsleden kunnen met elkaar de agendapunten binnen de groep categoriseren binnen deze indeling, waarbij agendapunten zich in de tijd verplaatsen tussen de fasen. Dit kan zeer lineair plaatsvinden, maar processen starten soms ook met het observeren: doen we het nog zoals in het verleden afgesproken? Of de implementatie heeft plaatsgevonden, maar bracht zoveel nieuwe vragen dat we opnieuw de oriëntatiefase ingaan.
Het categoriseren van de agendapunten vanuit de verschillende ontwikkelgroepen geeft de schoolleider een totaalbeeld van dat wat speelt en biedt mogelijkheden tot verbinding en interventie. Voor teamleden kan de focus worden gelegd op de implementatiefase: implementatie raakt het gehele team en vraagt hun aandacht en inzet. Daarin moet iedereen zich ontwikkelen en voeren we met elkaar het gesprek in het leren van en met elkaar. De voorgaande oriëntatiefase en het observeren als borgen moeten plaatsvinden, maar vanuit de ontwikkelgroep, zonder rol voor alle teamleden.
Figuur 3 – Totaaloverzicht van agendapunten en afscherming van oriënteren en observeren. Download figuur 3.
Het delen van de inhouden in de implementatiefase roept de vraag op hoe die verbinding plaatsvindt: hoe worden teamleden betrokken? Welke rol neemt de ontwikkelgroep daarin? Daartoe is het van belang om binnen het functioneren van de ontwikkelgroep rollen te benoemen; rollen die niet vast aan personen zitten, maar kunnen wisselen over personen in de tijd en per gelegenheid. Om de kwaliteit te borgen en processen professioneel te laten verlopen onderscheiden we de volgende drie rollen:
Expert:
Beschikt over en vergaart kennis en vaardigheden binnen het aandachtsgebied en deelt dit op overzichtelijk wijze binnen de ontwikkelgroep.
Doen we de goede dingen?
Trainer:
Ondersteunt collega’s binnen en buiten de ontwikkelgroep in hun professionele ontwikkeling binnen het collegiaal leren.
Verspreiden we het goed?
Procesbegeleider:
Bewaakt de professionaliteit van het proces door het proces mede vorm te geven en daar kritische vragen bij te stellen.
Doen de we dingen op de goede wijze?
Figuur 4 – De verwisselbare rollen van Expert, Trainer en Procesbegeleider. Download figuur 4.
Het werken vanuit de drie rollen biedt een kader tot professioneel handelen. Tegelijkertijd biedt het handvatten bij ondersteuningsvragen. Als we het beoogde niveau van denken en handelen niet bereiken of als het ontwikkelproces onvoldoende start kunnen we aan de hand van de rollen onderzoeken wat er speelt en of er ondersteuning nodig is. Als een rol niet of niet voldoende kan worden opgepakt binnen een groep is dat een risico voor de kwaliteit van de opbrengsten. In die zin mag het werken vanuit de rollen expert, trainer en procesbegeleider expliciet onderdeel uitmaken van de opdracht van de ontwikkelgroep: zorg dat deze rollen zichtbaar, merkbaar en werkbaar zijn. En mocht dat niet zo zijn, weet dan waar je voor ondersteuning mag aankloppen.
Handelend vanuit het schoolplan in ontwikkelgroepen kunnen we twee cyclische processen onderscheiden. Enerzijds is daar het faseren in oriënteren, implementeren en observeren van de agendapunten voor het verzorgen van overzicht en focus binnen een ontwikkelgroep. Anderzijds werken en reflecteren we vanuit de driedeling expert, trainer een procesbegeleider om de kwaliteit van de ontwikkelingen te borgen.
Om deze processen cyclisch te laten verlopen is geen structuur nodig, maar wel de cultuur van vragen stellen, denkend we vanuit deze handvatten: waar zijn we nu en wat betekent dat voor de volgende of de vorige stap voor ons en de anderen?
Figuur 5 – Cyclische processen in het werken met ontwikkelgroepen. Download figuur 5 als PDF.