leestijd:

Dit artikel komt uit OMJS magazine – editie 2.

Tekst: Sanne Voorzee

“Het gaat om versimpeling. En dat betekent in dit geval niet naïef, maar juist efficiënter werken. En dat doe je nu eenmaal samen met je collega’s, met het hele team binnen een school of scholenkoepel. En dan niet alleen als de onderwijsinspectie op bezoek komt, maar echt structureel.” Aan het woord is Johan Spitteler, een ervaren trainer, opleider en adviseur binnen de onderwijswereld, die al jaren pleit voor duurzame verbeteringen van het fundament van schoolorganisaties.”

“Het gehaast repareren van organisaties richt op langere termijn vaak meer schade aan dan dat het leidt tot werkelijke verbetering,” zo stelt Spitteler. “Ik pleit er daarom al jaren voor om de focus te leggen op duurzame verbeteringen van het fundament. Begrijp me niet verkeerd. Op de meeste scholen wordt keihard gewerkt. Maar toch hebben lang niet alle scholen ‘de basis op orde’. Ik bedoel daarmee dat het fundament, waarmee de kwaliteit van de school zichtbaar wordt gemaakt, vaak wankel is. Een school moet stabiel zijn in haar functioneren – niet alleen als de organisatie in rustig vaarwater verkeert, maar onder alle omstandigheden. Een school moet in staat zijn om flexibel in te spelen op de omstandigheden, die tegenwoordig snel kunnen veranderen. Vandaag is het mooi weer, maar morgen kan er zomaar een storm de kop opsteken. Een stevig fundament zorgt ervoor dat
dan niet meteen de pannen van het dak vliegen.”

Weinig tot geen aandacht voor het fundament van een organisatie.

Spitteler werpt zich niet op als een onderwijsgoeroe, die precies weet hoe het moet. Wel reikt hij schoolleidingen de handvatten aan om tot zo’n stevig fundament te komen. “Samen!” benadrukt hij. “Alles moet in samenspraak gaan, anders kom je er niet. Binnen een team moet je er samen voor willen gaan. Iemand een koers of beslissing door de strot duwen heeft nooit gewerkt. Dat klinkt logisch en dat kan ik na onderzoek en door eigen ervaringen alleen maar bevestigen. Dat gaat ook nooit werken. Daarom is het goed om juist in rustige tijden te werken aan het fundament van een school; zonder druk, zonder haast. Daarom is het juiste leiderschap essentieel bij dergelijke, duurzame trajecten. Een schoolleiding moet haar leraren niet uitleggen of vertellen hoe ze moeten lesgeven. Ik ben ervan overtuigd dat meer aandacht voor het inrichten van de processen vanzelf tot een betere basis van lesgeven leidt. De praktijk moet leidend zijn. Schoolleidingen en leraren moeten samen ervaren wat wel en wat niet werkt. Beslissingen over een te varen koers komen dan bijna vanzelf tot stand. Teamleden hebben immers zelf de regie en bouwen en werken samen aan een stevig en duurzaam kwaliteitsfundament. Dat werkt veel beter dan wanneer een voorgeschreven schoolverbetering van bovenaf wordt opgelegd. Alleen al de weerstand die dergelijke maatregelen oproepen, is vaak genoeg om de zaak al in een vroeg stadium te laten instorten.”

Het lijkt zo simpel. ‘Samen’ is het toverwoord. Maar wordt er dan tegenwoordig zo slecht samengewerkt binnen scholen? “Nou, slecht wil ik het niet noemen”, zo gaat Spitteler verder. “Maar er is vaak te weinig aandacht voor de kernzaken. Het gaat tegenwoordig ook allemaal erg snel en ook de onderwijswereld ontkomt niet aan alle ontwikkelingen, digitaal en anderszins. Het is dan lastig om je niet mee te laten voeren met de waan van de dag en als leraar of schoolleider met je eigen huisje en het fundament daarvan bezig te zijn. Maar het is wel noodzakelijk om daarvoor te waken. Het gaat om het grotere geheel. In mijn opvatting gaat het om het samen leggen van het kwaliteitsfundament van de school in zijn volle breedte. Daarbij hoort effectief professioneel leren dat is ingebed in een gezamenlijk design; een schooleigen, doordachte manier van werken, met de blik naar binnen én naar buiten. Leraren hebben daarbij de vrijheid om de beslissingen te nemen die passen bij hun eigen uitdagingen en vragen. Tegelijkertijd wordt van leidinggevenden gevraagd om de verleiding te weerstaan om de praktijken voor te schrijven en om de tijd te nemen om teamleden met elkaar uit te laten zoeken en te laten ervaren wat in hun omstandigheden het beste werkt. Zoals gezegd, de praktijk is in mijn ogen leidend.”

Maar hoe ga je dan om met de richtlijnen van de overheid? De inspectie is er niet voor niets! Spitteler beaamt dat je zeker rekening moet houden met de eisen van de inspectie, maar het gaat volgens hem om de manier waarop je daarmee omgaat of – beter gezegd – om kunt gaan. Een school die de basis op orde heeft, kan immers met veel meer vertrouwen haar eigen weg zoeken dan een school die geen solide basis heeft. Een organisatie met een zwak fundament zal genegen zijn om geforceerd te voldoen aan de eisen die de overheid aan deugdelijk onderwijs stelt. Spitteler stelt ook dat scholen veel meer ruimte hebben dan soms wordt verondersteld: “Mee dan eens kom ik nog tegen dat een schoolleiding zich afvraagt of bepaalde zaken niet ‘moeten’ van de inspectie. Ik probeer dan altijd duidelijk te maken dat het toezicht zich vooral toespitst op het zicht dat de school heeft op de ontwikkeling van elke leerling, op de onderlinge afstemming en op de mate van cyclisch werken. Nergens staat of wordt gesuggereerd dat complexiteit of dikke plannen nodig zijn om aan de eisen van de inspectie te kunnen voldoen. Voor de inspectie geldt bij het toezicht altijd: als we het niet kunnen zien, is het er niet! Datzelfde principe hanteren tegenwoordig gelukkig steeds meer scholen bij het bouwen aan de basis: hoe maken we op elk moment van de dag zichtbaar wat we belangrijk vinden en hoe maken we dat inzichtelijk? Ik adviseer om leerlingen en ouders daar structureel en periodiek bij te betrekken. Ze leveren altijd een mooie bijdrage en waarderen het ook nog eens dat ze die bijdrage kunnen leveren. Het geeft mij enorm veel voldoening, als ouders dan aangeven dat ze ervan staan te kijken hoe goed doordacht het allemaal is. Alleen die bewustwording is al een enorme meerwaarde voor deze manier van werken.”

De mooiste weg

Johan Spitteler schreef samen met Reinoud Buijs het boek De mooiste weg, dat in 2013 werd uitgegeven. De mooiste weg gaat over leidinggeven aan kwaliteitsbeleid in het onderwijs en over het leren van teams. Dit boek is geschreven om aan te geven dat je van het werken aan kwaliteit kunt genieten, als je je eigen (in samenspraak met anderen) keuzes maakt en daar met je collega’s je eigen route en manieren voor zoekt. Het is gebaseerd op interactie, verbinding op alle lagen, verantwoordelijkheid en eigenaarschap.

In de praktijk gelden negen criteria, die als uitgangspunt dienen om te bepalen of de basis op jouw school op orde is: de school die een plaatje is om te zien; en waar het leren zichtbaar is.

1. Gedeelde instructiepraktijken
2. Optimale leerlingenbetrokkenheid
3. Feedback (Feedback op, tussen en door alle lagen)
4. Coöperatief leren
5. Doorgaande lijn
6. Afgestemd klassenmanagement
7. Beweging, licht en frisse lucht
8. Spel

Meer weten? Ga naar s.omjs.nl/demooisteweg

De basis op orde

Onderwijs Maak Je Samen heeft haar leiderschapsreeks verrijkt met een nieuwe uitgave, geschreven door Johan Spitteler: De basis op orde. Deze nieuwe uitgave gaat niet alleen over wat we al weten over onderwijskwaliteit en -verbetering, maar ook over zaken als leiderschap bij kwaliteitsontwikkeling, fasen en (her)ontwerpen van leren en samen werken aan kwaliteit.

Meer weten? s.omjs.nl/de-basis-op-orde

Johan Spitteler

Johan Spitteler startte zijn carrière als onderwijzer. Al snel volgde schoolleiderschap, gevolgd door enkele interim-klussen. Inmiddels geeft hij al meer dan twintig jaar les aan leraren, schoolteams en schoolleiders. Dat doet hij als opleider/trainer aan de NSO-CNA Leiderschapsacademie, vanuit zijn eigen bedrijf Spits Advies en als één van de vier onderwijsidealisten die zich verbonden hebben in Stichting De Brink.

sluiten