leestijd:

“Vrijdagochtend 30 april, de laatste dag voor de meivakantie. Het is half 11 wanneer ik op de bank plof in de teamkamer. Een momentje van rust na een drukke periode met de afwisseling tussen fysiek en digitaal onderwijs, analyses van leerresultaten, ouder- en adviesgesprekken en de voorbereidingen voor het Nationaal Plan Onderwijs. 

Met mijn telefoon in de hand probeer ik, terwijl ik op NU.nl swipe tussen verschillende nieuwsberichten, tot rust te komen. Langzaam komt het besef dat niet alleen de scholen een onrustige periode achter de rug hebben. In één oogopslag zie ik meerdere artikelen met grote maatschappelijke impact. Rellen in grote steden, overvolle ziekenhuizen, stervende natuur op de Veluwe en grote economische problemen bij horeca en bedrijven. Tussen de regels door lees ik over verdriet, wanhoop, verbazing en onbegrip. Waar scepsis voor de toekomst op de loer ligt, maken deze berichten bij mij juist een gevoel van strijdvaardigheid los. Ik ben op een school, dé plek waar wij (het onderwijs) de kinderen leren hoe zij goed voor zichzelf en de wereld kunnen zorgen. Ik kijk op van mijn telefoon en staar naar een prikbord waarop een poster prijkt: “Onze school doet mee aan de Europese schoolfruit- en groenteregeling”. Deze boodschap wordt ondersteund door foto’s van blije kinderen, happend naar appels en bananen. Het beeld roept bij mij meerdere vragen op. Schoolfruit heeft als doel dat leerlingen een gezonde levensstijl gaan omarmen. Echter, worden onze leerlingen gezondere burgers door het uitdelen van schoolfruit? Of is er méér nodig? Hoe zit dat eigenlijk met andere maatschappelijke problemen? Hoe vinden die hun weg naar de scholen en helpt dit onze toekomstige burgers om oplossingen te vinden voor complexe maatschappelijke problemen?  

Tijdens het stellen van deze vragen realiseer ik mij dat een school dit niet alleen kan en ook ouders, gemeenten en verenigingen hierin hun verantwoordelijk kennen. We hebben een gezamenlijke opdracht. Voor het onderwijs is het de uitdaging om, binnen onze cirkel van invloed, te onderzoeken hoe we leerlingen leren om waardige en vaardige burgers te worden. Het vraagt van scholen een open, kritische en reflectieve houding. In de praktijk zie ik leerkrachten met leerlingen het Jeugdjournaal kijken, worden tijdens wereldoriëntatie milieuvriendelijke auto’s ontworpen of is er een project waarbij statiegeldflessen verzameld worden voor een goed doel. Het past in het rijtje van het uitdelen van schoolfruit. De vraag is of dergelijke activiteiten bijdragen aan meer bewustwording en kennis over wat er écht toe doet. Om de achterliggende boodschap te begrijpen, moet een verdiepingsslag worden gemaakt. Door met leerlingen vraagstukken te onderzoeken, analyseren, bespreken en bediscussiëren krijgen deze meer betekenis. In gesprekken met leerkrachten merk ik dat het op dit punt spannend wordt. Het vraagt namelijk een bepaalde mate van kwetsbaarheid, iets dat collega’s vaak als lastig ervaren. Want kinderen kunnen met vragen komen waar je als leerkracht geen antwoord op hebt, of met conclusies en bevindingen die niet in overeenstemming zijn met de eigen mening of zienswijze van de leerkracht. Echter is het juist deze menselijke kant die nodig is om maatschappelijke vraagstukken betekenisvol te maken. Want pas dan worden meerdere perspectieven zichtbaar, gaat de daadwerkelijke bedoeling achter de activiteit leven en ontstaat er ruimte voor meer bewustwording en leren bij leerlingen. 

Dit bevestigt voor mij dat de school en de klas waardevolle ontmoetingsplekken zijn waar kinderen belangrijke lessen leren over het leven. Ik sta op van de bank, loop naar het raam en zie spelende leerlingen op de speelplaats. Kijkend naar het schouwspel, realiseer ik mij hoe belangrijk het is om ook focus te houden op de aspecten die in het leven van leerlingen geen vanzelfsprekendheid zijn. Daarbij richt ik mijn blik buiten de school: naar ouders, de buurt, het dorp of de stad. Hoe mooi zou het zijn wanneer de school een aanvulling is in dat wat in het leven en de omgeving van leerlingen ontbreekt. Met deze gedachte werp ik een laatste blik op de poster. Schoolfruit als zoethoudertje? Ik dacht het niet!”


Door: René Litjens
Medewerker Onderwijs & Kwaliteit SALTO Eindhoven.
“Twijfel niet als je iets nog niet kan, het biedt kansen om iets nieuws te leren”

sluiten