Op de Bras werken de leerkrachten al enige tijd met Looqin.
We willen in onze school af van de overbodige papierwinkel die zorg omringt en die, zo wijst de praktijk uit, afleidt van de wezenlijke bezigheden. Belangrijk instrument daarbij is het consequent en systematisch bijhouden van Looqin door de leerkracht en het digitale portfolio door de leerlingen.
We verwachten dat deze wijze van (digitaal) in kaart brengen van ontwikkeling en ontwikkelingsbehoefte, na een zekere periode van implementatie en gewenning, een verlichting en sterke verbetering betekent voor de leerkrachten. Hoofdgedachte is dat binnen meer gepersonaliseerd leren, kinderen beter in de gaten hebben wat ze wel en niet kunnen en hoe hun leren idealiter kan verlopen. Hun eigen overwogen keuzes spelen daarin een rol, maar ook de manier waarop we dat als leerkracht volgen.
Het is aan ons als leerkrachten om in een afgewogen samenspel met de leerling te ontdekken wat bij dit kind, in deze fase van zijn ontwikkeling en (fysieke) mogelijkheden betrokkenheid genereert en welbevinden doet ontstaan. We kwalificeren leerlingen niet, we stigmatiseren niet, we doen met elkaar ons uiterste best om het kind tot aan de grenzen van diens mogelijkheden te begeleiden.
Het procesgerichte leerlingvolgsysteem Looqin helpt ons te kijken naar de gehele ontwikkeling van kinderen en met name naar welbevinden en betrokkenheid als de indicatoren voor kwaliteitsbepaling van ontwikkeling. Belangrijk daarbij is, dat we een uitspraak doen over ‘hoe kinderen het doen in een bepaalde context in het perspectief van hun ontwikkeling’ (Laevers, 2014). Het gaat daarbij om de ontwikkeling zelf, niet om de output. De ontwikkelingslijnen bij een kind gaan dan over Deep Level Learning, om levensecht leren in een complexe context, dus niet om het aanbieden van losse leeractiviteiten. We richten ons dus op ontwikkeling en niet in de eerste plaats op opbrengsten.
Bron: schoolplan de Bras