Een nieuwe kijk op leiderschap
Oncken en Wass hadden een goede kijk op het concept ‘aapje op je schouders’, maar de tijden zijn veranderd. Leidinggevenden hebben niet langer de touwtjes zo strak in handen als het gaat om het gedrag van teamleden. Hun ideeën waren afgestemd op, wat ik noem, niveau 1-leiders, die vooral geïnteresseerd zijn in hun eigen bescherming. Leidinggevenden willen niet overweldigd worden met verantwoordelijkheden van andere mensen. Als leidinggevenden geen tijd hebben voor hun eigen taken, dan zal de hele afdeling of organisatie hieronder lijden. Maar het is tegenwoordig niet afdoende om als niveau 1-leider op te treden.
Niveau 2-leiders gaan een stapje verder. Ze beschermen niet alleen zichzelf, maar ook de goede medewerkers. Deze leiders erkennen dat hun goede medewerkers meer risico lopen dan zijzelf. Medewerkers vormen immers de makkelijkste prooi.
Denk eens aan een restaurant: de leidinggevende zit wellicht in haar kantoor, maar de bediening en de gastvrouw hebben contact met de klanten. De leidinggevende kan het contact met de medewerkers zelfs grotendeels vermijden door haar deur op slot te houden en hen te negeren. Ze hoeft ook niet om te gaan met pestkoppen op de werkplek, omdat zij zich niet actief op de werkplek begeeft.
In een kantoor met een leidinggevende en drie medewerkers, van wie er één de anderen pest, kun je er vrij zeker van zijn dat hij de andere twee medewerkers pest, en niet de leidinggevende. En als hij wel de leidinggevende het leven zuur maakt, dan kun je je wel voorstellen hoe hij zich gedraagt ten opzichte van de machteloze medewerkers die de hele dag met hem moeten samenwerken.
De beste leiders zijn niveau 3-leiders; zij gaan verder dan zichzelf en anderen beschermen. Ze zoeken naar manieren om ervoor te zorgen dat dingen altijd goed gaan, zelfs als ze afwezig zijn. Ze verschuiven aapjes om een gedragsverandering te bewerkstelligen, zodat mensen zich gedragen, ook als de leidinggevende niet kijkt. Deze leiders zorgen ervoor dat hun goede medewerkers beschermd en beloond worden en dat ze voldoende autonomie hebben. Dit is in zekere zin logisch, want als je niet goed voor de goede mensen in de bediening zorgt, dan heb je geen restaurant om te managen. Als je niet goed voor je goede verkopers zorgt, dan zul je geen bedrijf hebben om te runnen. En als je niet voor je klanten zorgt, dan zullen ze ergens anders heen gaan.
Hier is een eenvoudige manier om de verschillende lagen in leiderschap te bekijken:
- niveau 1 – de op zichzelf gerichte leider, die op kantoor gaat zitten en de deur sluit;
- niveau 2 – de op het team gerichte leider, die regelmatig zijn gezicht laat zien om ervoor te zorgen dat de vervelende medewerkers geen misbruik maken van de anderen;
- niveau 3 – de op de organisatie gerichte leider, die een voorbeeld geeft door aapjes terug te plaatsen op de juiste schouders, zodat medewerkers dit gedrag overnemen, ongeacht of de leider aanwezig is.
Drie belangrijke vragen
Als ik door het land reis om organisaties toe te spreken, dan vertellen mensen mij dat ze het verschil tussen gewone aapjes en afgeschoven aapjes begrijpen. Het concept ‘aapje op je schouder’ is weliswaar eenvoudig te begrijpen, maar lastig in praktijk te brengen. Mensen vragen mij: ‘Hoe moet ik reageren, als een medewerker zegt: “Henk, de zending is te laat”, “Ik weet niet of ik het krediet van de bankrekening moet verhogen of verlagen” of “Mijn berekening klopt niet”?’ Ze willen weten waar de dunne lijn tussen behulpzaamheid en dingen naar je toe trekken zich bevindt. Ze willen weten hoe je de aapjes op afstand kunt houden. Ze maken zich zorgen en vragen zich af of het wel verstandig is om ‘nee’ te blijven zeggen, wanneer medewerkers om hulp vragen – vooral als het eenvoudiger is om het probleem zelf op te pakken of wanneer degene die de vraag stelt, de minste kans van slagen heeft om het probleem op te lossen.
Hoe houd je het moreel hoog, als je de hele dag ‘nee’ zegt tegen allerlei aapjes? Moet je niet af en toe ‘ja’ zeggen?
Dit zijn goede vragen. Om ze te beantwoorden moet je leren om op een nieuwe manier naar dingen te kijken. Je moet steeds weer de volgende vragen aan jezelf stellen:
In het volgende hoofdstuk zullen we dieper ingaan op de eerste twee vragen. Daarna besteden we enkele hoofdstukken aan manieren om het aapje terug te plaatsen op de juiste schouders. Je zult inzien dat het belangrijk is om iedereen goed te behandelen, om beslissingen te nemen waarbij je je beste mensen in gedachte houdt en om jezelf te beschermen, nadat je jouw mensen hebt beschermd. Er zijn momenten waarop het prima is om ‘ja’ te zeggen tegen het aapje, zoals we in hoofdstuk 6 zullen zien, maar meestal is het in ieders belang om ervoor te zorgen dat de aapjes op hun eigen plek blijven zitten.
Dit boek is bedoeld voor professionals in het bedrijfsleven, het onderwijs, de zorg en de overheid, dus veel voorbeelden zullen werkgerelateerd zijn. Maar in feite krijgen we voortdurend te maken met afgeschoven aapjes, ook in het gezinsleven, in de supermarkt, in de bioscoop en het theater – overal. Je kunt op veel gebieden een leider zijn en je kunt alles wat je hier leest, toepassen op verschillende aspecten in je leven.
Onthoud het volgende:
✓ Aapjes zijn een normaal onderdeel van je werk en je persoonlijke leven. De echte problemen beginnen pas wanneer de aapjes afgeschoven worden op de schouders van anderen, mensen die extra inspanning moeten leveren om het werk te doen en die zich waarschijnlijk overweldigd voelen en boos worden. Leidinggevenden zijn vaak niet op de hoogte van het probleem, omdat ze eraan gewend zijn geraakt dat sommige medewerkers hun verantwoordelijkheid niet nemen en zij deze aapjes voor hen oppakken.
✓ Het concept ‘aapje op je schouder’ werd in de jaren 70 geïntroduceerd, toen aan leidinggevenden werd geleerd hoe zij zichzelf konden beschermen. Het is wellicht nodig om jezelf te beschermen, maar dit is slechts niveau 1-leiderschap.
✓ We moeten meer doen dan dat. We moeten niet alleen onszelf beschermen, maar we moeten ook leren hoe we onze goede mensen kunnen beschermen, zelfs als wij afwezig zijn. Dat is niveau 3-leiderschap.
✓ Blijf jezelf de volgende drie belangrijke vragen stellen. Waar zit het aapje? Waar zou het aapje moeten zitten? Hoe plaats ik het aapje terug op de juiste schouders?