Een proeverij van woorden.
Kinderen breiden hun woordenschat op allerlei manieren uit. Ze leren woorden bij prentenboeken, bij het aanvankelijke voortgezet technisch lezen, het begrijpend lezen en bij de zaakvakken. Dit artikel geeft tips voor het uitbreiden van de woordenschat. Houd bij het aanleren van woorden rekening met:
- verschil in leeftijd;
- vordering;
- woordtype.
Bij zaakvakbegrippen gebruik je visuele schema’s zoals mindmaps, gericht op nauwkeurige begripskennis en zelfs op definities. Associatieve woordwebben spelen een rol bij het schrijven van een verhalende tekst. Er is anders gezegd niet één stereotype aanpak voor het onderwijzen en leren van woorden. Gebruik in ieder geval de interesses van je leerlingen en die vind je bijna nooit op woordenlijstjes.
1. Kinderen leren woorden bij prentenboeken
Prentenboeken werken meestal beter dan een methode, omdat je de aandacht voor woorden speels kunt houden. Woorden koppel je om te beginnen aan de spullen en knuffels uit het prentenboek. Daarmee wordt eerst gespeeld en gepraat, omdat een verhaal nogal abstract is voor jonge kinderen. Vaak ontbreekt nog voorkennis.
Je kunt al werkend met het prentenboek op intuïtieve wijze en afgestemd op de belangstelling van de kinderen woorden kiezen. De woordkeuze ontstaat dan in contact met hen, waarbij ze meteen merken hoe jij met woorden omgaat: jouw woordbewustzijn ter imitatie. Bijvoorbeeld uit Welterusten Kleine Beer.