Samen lezen vinden kinderen leuk; het bevordert het leesplezier en ook de betrokkenheid van ouders bij hun kinderen. Hoe zorg je er nu voor dat thuis lezen een structureel onderdeel van de dag wordt en ook nog leuk is en afwisseling biedt?
Leesexpert Paul Filipiak heeft een groot aantal tips op een rijtje gezet:
1. Maak een routine van het samen lezen
• Maak van het vertellen of voorlezen thuis een gewoonte, bijvoorbeeld vóór het slapengaan.
• Neem de tijd om minstens 10 minuten per dag met je kind(eren) samen te lezen.
• Raak niet in paniek als je een keer overslaat en het er niet van komt.
2. Tv-kijken en computeren
• Stel grenzen aan het TV-kijken en computeren. Bijvoorbeeld niet meer dan 10 uur per week. Kinderen mogen per dag niet meer dan 2 uur achter een TV of computer zitten. Bespreek met je kind van tevoren welk programma het op TV mag zien.
• Bekijk zo nu en dan televisie met je kind en praat erover.
• Doe de televisie eens uit waar het kind bij is en ga (samen) lezen. Laat zien dat je zelf ook leest.
• Praat na over favoriete TV-programma’s, video’s, muziek, jeugdtijdschriften en computerspelletjes.
• Praat regelmatig over school.
• Kijk in plaats van Televisie in een kindertijdschrift of weekkrant voor de jeugd, bijvoorbeeld Kidsweek Junior in de klas en praat over de artikelen met elkaar, bijvoorbeeld onder het eten.
3. Een speciaal moment op een speciale plek
• Kies steeds hetzelfde gezellige plekje en laat kinderen zelf steeds meer zelf het (prenten)boek pakken.
• Dit moment van samen lezen mag niet verstoord worden.
• Maak reclame voor het leesplezier. We kunnen als ouders voor het lezen doen wat MacDonalds doet voor zijn hamburgers: de plek is leuk ingericht en kinderen willen er graag zijn.
4. Alledaags lezen
• Gebruik het lezen samen met kinderen heel vaak levensecht zoals bij het koken, het boodschappen doen, en dergelijke. Maak met het kind een boodschappenlijstje, met bij sommige boodschappen een tekening. Laat het kind in de winkel het boodschappenlijstje ‘lezen’.
• Maak briefjes voor je kind en plak ze ergens op, bij het bed bijvoorbeeld. Of doe ze ergens in, in de jaszak van je kind, en dergelijke. Het kind komt er mee terug en je leest het voor.
5. Begin jong en zet door
• Als een kind een paar maanden oud is kan het al plaatjes zien, naar je stem luisteren en wijzen naar dingen in een (prenten)boek. Laat kinderen zien wat er op de plaatjes staat en laat het kind overeenkomstige dingen vastpakken, bijvoorbeeld een plaatje van een rammelaar en een echte rammelaar.
• Doe het samen lezen ook met oudere kinderen.
6. Apart lezen en samen lezen
• Zijn er meer kinderen, lees dan ook regelmatig apart met één kind, zeker als er meer dan twee jaar leeftijdsverschil tussen de kinderen is.
• Bij het samen lezen met een boek kan het zo zijn, dat het boek te makkelijk is voor het oudere kind en te moeilijk voor het jongere kind. Laat het oudere kind het jongere kind dan ‘helpen’ bij het samen lezen, bijvoorbeeld het ouder kind ‘leest een stukje voor’.
• Nodig soms anderen uit bij het samen lezen, zoals opa of oma, of een ouder kind of buurkind. Maak er iets gezelligs van.
7. Leesaanpak
• Lees voorspelbare verhalen vaker voor en stimuleer kinderen om zelf ‘voor te lezen’.
• Goede (prenten)boeken kun je vaker voorlezen, zeker als het kind dat zelf op prijs stelt. Wat voor je zelf misschien saai is, is dat voor het kind niet.
• Vertel bij het vertellen of voorlezen van het (prenten)boek wat je zelf denkt of voelt bij de prenten.
• Help bij het begrijpen van het boek. Geef ruimte aan het kind om vragen te stellen en neem de tijd voor het antwoord.
• Laat kinderen zelf vertellen wat er verder in het verhaal gebeurt. Neem de tijd om dat te begrijpen en het goed terug te geven.
• Er is een verschil tussen woorden en plaatjes. Wijs naar de zinnen op papier als je voorleest. Vertel bij de plaatjes.
• Praat met het kind, reageer op wat het bedoelt en benoem de prenten eerst in eenvoudige taal in plaats van de verteltaal uit het boek.
• Wijs bij met je vinger van links naar rechts.
• Letters zijn er als hoofdletters en als kleine letters. Als drukletters en als schrijfletters.
• Ga kinderen bij het lezen en de reacties op het lezen niet voortdurend corrigeren.
• Voer gesprekjes naar aanleiding van een vaker voorgelezen verhaal.
• Houd korte gesprekjes over zaken die in het verhaal zijn gebeurd of straks gaan gebeuren.
• Praten over verhaaltjes is een goede zaak, maar voel je niet gedwongen om dat altijd te doen. Regelmatig is het alleen voorlezen of vertellen voldoende, zeker bij een nieuw boek.
• Als je kind even de aandacht verliest, stop dan en ga even later weer verder.
• Heb geduld, vertrouwen en plezier en speel thuis geen schooltje.
• Hang een poster van het alfabet en/of van het (prenten)boek, als dat beschikbaar is, in de slaapkamer van het kind op de voorleesplek.
• Laat toe dat kinderen steeds opnieuw hun belangrijke ideeën bij het boek vertellen.
• Gebruik (doe)versjes bij het eten, naar bed gaan, aankleden en voorlezen.
• Heb veel oogcontact bij het vertellen of voorlezen.
• Betrek de concrete thuis- en buitenwereld bij de onderwerpen of voorwerpen uit het boek.
8. Bibliotheekbezoek
• Ga regelmatig naar de school-, klas-, of openbare bibliotheek. Bespreek dat vooraf met je kind. Neem zelf ook een boek mee van de openbare bibliotheek.
• Maak een klein boekenplankje op de slaapkamer van je kind, in de voorleesplek.
• Abonneer je op Kidsweek Junior in de klas, een weekkrant voor kinderen.
9. Eigen boek maken
• Maak met het kind een eigen boekje. Vertel zelf een gezinsverhaaltje, wat het kind heeft meegemaakt en maak er een boekje bij: de verjaardag, de geboorte, de vakantie. Schrijf bladzijdennummers op de pagina’s. Maak samen een leuke kaft.
• Je kunt ook een losbladig boek maken met een mooie strik en voeg regelmatig een bladzijde toe.
• Maak met een digitale camera één leuke foto per dag en vertel daar over op de zaterdag. Maak er een boekje van met één zin per foto. Gebruik daarbij wat het kind over de foto’s zegt.
Paul Filipiak
Gebruikt:
• 10 Family Tips.
• Helping Your Children learn to read. Cullinan e.a.
• Ouders en het leesonderwijs op school. Stichting Lezen, NKO, COO.
Benieuwd naar het taal/lees aanbod? Neem dan eens een kijkje in de OMJS academie.