Leerkrachten gebruiken diverse werkvormen om hun lespraktijk afwisselend en gevarieerd te houden. Om leerlingen bepaalde leerstof eigen te laten maken, is een rijk aanbod aan werkvormen onmisbaar. Als leerkracht heb je immers te maken met vaak meer dan 20 leerlingen die allemaal verschillen van elkaar en dus ook op verschillende manieren leren.
Leerlingen horen eigenaar te worden van hun eigen leerproces. Aspecten als activerende didactiek en coöperatieve werkvormen zijn hiervoor onmisbaar. Om je arsenaal aan didactische werkvormen te verbreden, laten we je in dit artikel kennis maken met de dominowerkvorm. Deze werkvorm kun je op verschillende manieren bij diverse activiteiten inzetten. Onderaan het artikel vind je een aantal formats en voorbeelden, zodat je bij wijze van spreken morgen al aan de slag kunt met de dominowerkvorm.
Coöperatief leren
Coöperatief leren in het onderwijs: leerlingen leren met en van elkaar. Leerlingen die coöperatief leren, werken op een gestructureerde manier samen in kleine, heterogeen samengestelde groepen. De achterliggende gedachte is dat kinderen niet alleen leren van de interactie met de leerkracht, maar ook van de interactie met elkaar. De leerlingen zijn actief met de leerstof bezig, ze praten er met elkaar over, waardoor de inhoud van de stof meer betekenis voor hen krijgt. Door de samenwerking in een groepje, ontwikkelen leerlingen ook samenwerkingsvaardigheden. Samen kunnen werken is een belangrijke vaardigheid om te kunnen functioneren in de samenleving. Binnen coöperatief leren kunnen verschillen tussen leerlingen benut worden: De ’sterke’ leerlingen zijn model voor de ‘zwakkere’ leerlingen en helpen hen. Op hun beurt krijgen de ’sterke’ leerlingen meer inzicht in de leerstof door de uitleg die ze aan anderen geven. Door samen te werken, leren de leerlingen in een groep elkaar beter kennen. Er ontstaat een klimaat in de klas waarin leerlingen elkaar waarderen, begrip voor elkaar hebben en bereid zijn elkaar te helpen.
Coöperatief leren is een waardevolle aanvulling op bijvoorbeeld klassikale activiteiten en individueel werk. Coöperatief leren is dan ook niet een geheel nieuwe manier van werken, maar een aanvulling op het didactische repertoire van de leerkracht. De leerkracht kan korte coöperatieve activiteiten inpassen in een instructie, bijvoorbeeld om de voorkennis van de leerlingen te activeren (denk aan de placemat-werkvorm). Door korte momenten van overleg worden de leerlingen geactiveerd en blijven ze betrokken. In de verwerkingsfase kunnen de leerlingen aan de hand van coöperatieve werkvormen de uitgelegde leerstof toepassen en oefenen. Leerlingen kunnen ook gedurende langere tijd samenwerken, bijvoorbeeld door een werkstuk te maken over een thema in het kader van wereldoriëntatie.
Coöperatief leren kent vijf basiskenmerken:
1. Positieve wederzijdse afhankelijkheid
2. Individuele verantwoordelijkheid
3. Directe interactie
4. Samenwerkingsvaardigheden
5. Evaluatie van het groepsproces
(uit: Coöperatief leren in het basisonderwijs, CPS 2000)
Een coöperatieve werkvorm is altijd een activerende werkvorm. Een activerende werkvorm is echter niet per definitie een coöperatieve werkvorm daar, in een activerende werkvorm de voor coöperatief leren de onmisbare factor wederzijdse afhankelijkheid, niet altijd aanwezig is.
Dominowerkvorm
Bij het bekende dominospel leg je de kant van de steen die past bij de andere dominosteen aan elkaar. Oftewel, daar waar een relatie is, is een aansluiting. Wanneer je in plaats van witte stipjes woorden, plaatjes en beschrijvingen gebruikt kun je een eigen dominospel ontwerpen over een gekozen onderwerp.
Wanneer je als ontwerper probeert het dominospel zo te ontwerpen dat er meerdere combinaties mogelijk zijn, ontstaan er naar alle waarschijnlijkheid situaties waarbij de deelnemers aan het spel (lees=de leerlingen) met elkaar in discussie gaan. Juist de discussie levert de meerwaarde op. Leerlingen moeten hun mening onderbouwen en voorbeelden uit eigen ervaringen aanhalen. Hierdoor gaan ze zelf aan de slag en zet jij ze (en vervolgens zij elkaar) aan het denken. Hierbij heb je zelf als docent nog veel bepaald. Jij hebt immers het dominospel samengesteld.
Open en gesloten
Hoe meer open je werkvorm is die je aanbied, des te meer ruimte is er voor de leerlingen om hun inbreng er in te verwerken en des te meer mogelijkheden zijn er om met elkaar in discussie te gaan.
Onderaan dit artikel tref je, naast een ingevuld excel-bestand, ook een leeg format in een word-document. Dit is een eenvoudige tabel waarbij elke rij één dominosteen vormt. Wanneer je de klas in groepjes hebt verdeeld, kunnen leerlingen zelf een dominospel ontwerpen. Hierdoor moeten ze eerst zelf goed nadenken over de stof. Je geeft ze een kader waarbinnen ze moeten denken. Dus bijvoorbeeld: “Ontwerp een domino over paragraaf 2.” Je kunt de leerlingen de tip meegeven dat ze meerdere mogelijkheden moeten creëren. Daarna, wanneer het spel is gemaakt, laat je de verschillende spelen doordraaien. Zo wordt ook elkaars spel gespeeld. Wanneer je elk groepje een ander deel van de stof laat verwerken kunnen leerlingen eenvoudig de essentie van de stof doorlopen.
Ik wens je veel succes en inspiratie!
Downloads:
Download hier de format’s:
Voorbeeld stramien (in Excel, onderwerp=aardrijkskunde)
Leeg stramien (in Excel)
Leeg stramien (in word)
Door: Job Christians
Met dank aan Erik Zagwijn, docent aan Hogeschool De Kempel.
Voorbeeld: HAVO/VWO 1 leerlingen, Aardbevingen: